NEa lanceert Register Energie voor Vervoer tijdens geslaagde Netwerkdag

Gisterenmiddag werd tijdens de NEa-netwerkdag Hernieuwbare Energie en Brandstoffen het Register Energie voor Vervoer gelanceerd. Marc Allessie, directeur NEa, Petrouschka Werther, directeur Klimaat, Lucht en Geluid (KLG) van het ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM) en de eerste rekeninghouder Alex Pechman van FinCo zetten het register met een druk op de knop online. Dit gezamenlijk startsein symboliseert de nauwe samenwerking tussen NEa, IenM en het bedrijfsleven bij de ontwikkeling van het register, dat door de gebruikers zeer positief werd ontvangen.

Lancering van het Register Energie voor Vervoer, drie mensen drukken tegelijkertijd op een knop.
Beeld: ©NEa
Marc Allessie, Petrouschka Werther en Alex Pechman

In het nieuwe register kunnen bedrijven vanaf vandaag hun aan de vervoersketen geleverde hernieuwbare energie registreren. Oliemaatschappijen voldoen hiermee vervolgens aan hun wettelijke jaarlijkse verplichting. De bedrijven mogen hun ‘prestatie’ verhandelen met andere rekeninghouders in het register, zodat de nationale doelstelling zo kostenefficiënt mogelijk wordt gehaald. Met de lancering van het register is de uitvoering van de nieuwe wet- en regelgeving hernieuwbare energie vervoer – die op 1 januari 2015 in werking trad – nu volledig operationeel.

ICT-overheidsproject

In haar welkomstwoord tijdens de netwerkdag vertelde de bestuursvoorzitter van de NEa Dorette Corbey dat het register ruim binnen tijd en budget en met meer functionaliteit is opgeleverd. Inmiddels is het genomineerd voor ‘het beste ICT- overheidsproject’ van Computable. ‘ICT wordt steeds belangrijker. We kunnen hiervan leren’, aldus Corbey.

Betrouwbaar en gebruikersvriendelijk

De ongeveer 100 deelnemers luisterden tijdens de bijeenkomst naar een toelichting op het ontstaan van het register van Petrouschka Werther. Jeroen van Bruggen, projectleider van de NEa, gaf een presentatie over de werking van de systematiek van Hernieuwbare energie vervoer, waarvan het register een centraal onderdeel is. Dankzij het register zijn de gegevens betrouwbaarder en beter te controleren en zal de verwerking ervan sneller en gebruikersvriendelijker verlopen.

Conclusies paneldiscussie

Na de presentaties konden de deelnemers over de ontwikkelingen op de biobrandstoffenmarkt discussiëren met panelleden Annemarie van der Rest (Manager Health, Safety and Environmental Affairs, Shell Nederland) Anton Spierings (voorzitter van de VNPI, werkgroep Productkwaliteit en Biobrandstoffen) en Robine Koning (Plant manager Abengoa en bestuurslid NVDB).

Corbey sloot het formele gedeelte van de bijeenkomst af met een aantal conclusies:

  • Het is goed om vast na te denken over de ontwikkelingen op het gebied van biobrandstoffen na 2020. Het is nu het moment om nieuwe ideeën in te brengen bij de Europese Commissie en om voor meer harmonisatie binnen Europa te zorgen. Als Nederland laat zien dat het Register Energie voor Vervoer goed werkt, kan dit als voorbeeld dienen in Europa.
  • Bedrijven willen duidelijkheid voor de lange termijn over het biobrandstoffenbeleid van Europa en specifiek over de bijmengpercentages.
  • Bedrijven die het beter doen dan de minimumeisen op het gebied van duurzaamheid, willen daarvoor beloond worden en daarover kunnen communiceren. Dat maakt de consument beter bewust van de duurzaamheidsaspecten van de brandstoffen die hij tankt.
  • Er is veel draagvlak voor het sturen op één doel in plaats van twee, namelijk alleen op de vermindering van de CO2-uitstoot van alle brandstoffen en niet ook op volumes bijgemengde biobrandstoffen.
  • Aanwezigen beamen dat biobrandstoffen ook in de toekomst nodig blijven om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen, met name in het zware transport, de scheep- en de luchtvaart.