Tweede HBE-rapportage toont eerste inboekingen

De Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) heeft vandaag de tweede HBE-rapportage voor Hernieuwbare energie voor vervoer gepubliceerd. Deze rapportage geeft weer hoeveel Hernieuwbare Brandstofeenheden (HBE’s) er tot en met 30 september 2015 zijn bijgeschreven op de rekeningen in het Register Energie voor Vervoer (REV). In de rapportage is zichtbaar dat er tot 1 oktober 0,5 miljoen HBE’s zijn ingeboekt.

Dit zijn de eerste inboekingen in het REV. Daarnaast zijn er sinds de vorige rapportage meer rekeningen geopend en daardoor ook meer gespaarde HBE’s uit 2014 in het REV bijgeschreven. De hoeveelheid gespaarde, nog niet bijgeschreven, HBE’s uit 2014 komt alleen beschikbaar in het Register als de betreffende bedrijven een rekening openen.

HBE's

De NEa beheert als uitvoeringsorganisatie van de wet- en regelgeving voor Hernieuwbare energie vervoer het REV. Bedrijven kunnen in dat register leveringen van energie aan vervoer inboeken en daarvoor HBE’s op hun rekeningen bijgeschreven krijgen. Een HBE vertegenwoordigt 1 gigajoule (GJ) hernieuwbare energie die is geleverd aan de Nederlandse vervoersmarkt en voldoet aan de (duurzaamheids)eisen. Bedrijven die grote hoeveelheden vloeibare brandstoffen leveren aan de Nederlandse vervoersmarkt hebben deze HBE’s nodig om aan hun jaarverplichting Hernieuwbare energie vervoer te voldoen. HBE’s kunnen overgeboekt worden tussen rekeningen in het REV. De daadwerkelijke handel van HBE's vindt niet in het REV plaats: de NEa heeft daarin geen rol.

Wettelijke verplichting

De NEa heeft de wettelijke verplichting om periodiek te rapporteren over het aantal bijgeschreven en gespaarde HBE’s in het Register Energie voor Vervoer. De rapportagedata zijn:

  • 1 januari
  • 1 maart
  • 10 april
  • 1 juli
  • 1 oktober