NEa controleert opslaglocaties bio-jetbrandstof

De Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) voert eind mei 2025 controles uit bij opslaglocaties waar duurzame vliegtuigbrandstof (SAF) is opgeslagen. Deze monsternames vinden plaats op verzoek van en in samenwerking met de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT).

Tijdens deze inspecties nemen NEa-inspecteurs, samen met een onafhankelijke surveyor, monsters van opgeslagen bio-kerosine. De brandstofmonsters worden geanalyseerd om vast te stellen of de aangetroffen brandstof daadwerkelijk van biogene oorsprong is. Alleen duurzame vliegtuigbrandstof die aantoonbaar biogeen is, mag meetellen als hernieuwbare energie in het luchtvaartvervoer binnen de systematiek Energie voor Vervoer.

Beeld: ©iStock

Het leveren van SAF is bovendien verplicht in het kader van de nieuwe ReFuelEU Luchtvaart-verordening voor de luchtvaart, die gericht is op het stimuleren van de productie en het gebruik van duurzame luchtvaartbrandstoffen in Europa.

Scope monstername 2025

Monsternames zijn essentieel om de herkomst en duurzaamheid van bio-kerosine te verifiëren. De controles richten zich dit jaar specifiek op mengsels van conventionele kerosine en bio-kerosine, zoals Jet-HVO, Jet-SAF en HEFA (Hydroprocessed Esters and Fatty Acids).

De focus ligt op de volgende aspecten:

• Vaststellen dat de gecontroleerde brandstoffen daadwerkelijk biogene componenten bevatten;
• Beoordelen of de gemengde brandstoffen voldoen aan de eigenschappen van reguliere vliegtuigbrandstof;
• Controleren op het zwavelgehalte, om vast te stellen of de brandstof voldoet aan de kwaliteitseisen uit de Europese richtlijnen.

Deze controles worden uitgevoerd op verzoek van ILT, die toezicht houdt op de brandstofkwaliteit.

Waarom deze controles

De luchtvaartsector speelt een belangrijke rol in de energietransitie. Om vertrouwen in de keten en in de inzetbaarheid van SAF te waarborgen, is controle op de fysieke brandstofkwaliteit en herkomst noodzakelijk.

Hoe ziet de controle eruit

De monsternames vinden plaats in week 22 van 2025, op meerdere locaties in Nederland en België. Tijdens de inspecties nemen NEa-inspecteurs, in samenwerking met SGS Nederland B.V., monsters van de opgeslagen Jet-HVO, Jet-SAF en HEFA. 

De analyse van de monsters wordt uitgevoerd door SGS Nederland B.V. en Beta Analytic Inc. Daarbij wordt onder andere een C14-analyse toegepast, waarmee het gehalte biogene koolstof in de brandstof wordt vastgesteld. Ook wordt het zwavelgehalte gemeten volgens gestandaardiseerde analysemethoden.