De CO2-efficiëntie van een bedrijf binnen het EU ETS wordt berekend door de hoeveelheid uitgestoten CO2 per vaste hoeveelheid product of verbruikte energie te meten. Bijvoorbeeld hoeveel ton CO2 een bedrijf uitstoot per geproduceerde ton staal of per verbruikte terajoule energie. Het onderzoek beperkt zich tot die bedrijven die gratis emissierechten ontvangen. Alleen zij zijn verplicht om naast hun emissies ook hun productie te rapporteren. Het gaat om 234 installaties van in totaal 362 installaties die, eind 2024, deelnemen aan het EU ETS.

De benchmark (BM) is gebaseerd op deze efficiëntiegegevens. De Europese Commissie gebruikt deze gegevens om de 10% meest CO2-efficiënte installaties binnen een sector te identificeren. Dit zijn de installaties met de laagste CO2-uitstoot per ton product. De benchmark wordt dus bepaald op basis van de prestaties van deze meest efficiënte installaties.

In dit artikel vindt u alle cijfers over 2024 en de vergelijking met voorgaande jaren. 

Gemiddelde prestatie -15,3%

In 2024 presteerde de Nederlandse industrie gemiddeld 15,3% slechter dan de benchmark. Dit is een verbetering vergeleken met 2023 (-16,9,0% in 2023). Over meerdere jaren is geen verbetering zichtbaar: tussen 2018 en 2022 schommelde de prestatie tussen de -16,9% en -13,8%.

2024: Relatieve prestatie per sector ten opzichte van de benchmark

NEa

Absolute prestatie

Het aandeel van een sector in de totale CO2-uitstoot van de Nederlandse industrie varieert. Dat maakt dat een CO2-efficiëntieverbetering in de chemische industrie en de sector raffinage van aardolie sterk bepalen wat de klimaatwinst uiteindelijk zal zijn. Uit onze rapportage blijkt dat de  CO₂-efficiëntie in 2024  van beide sectoren is verbeterd ten opzichte van 2023.

2024: Absolute prestatie per sector ten opzichte van de benchmark (Megaton CO2)

NEa

Verschil in efficiëntie

De grafiek toont het aantal installaties (y-as) dat efficiënter (de linkerkant van de grafiek) of minder efficiënt (de rechterkant van de grafiek)) produceert dan in 2023. En de bijbehorende relatieve verbeteringen (x-as). In totaal wisten 124 installaties zich te verbeteren en 108 deden het minder goed of bleven gelijk aan 2023. Het betreft hier, als de grafiek laat zien, over het algemeen maar heel kleine verschillen t.o.v. vorig jaar. Van de 234 bedrijven laten er 188 een fluctuatie zien die tussen de + 1,5% en – 1,5% zit. Twee installaties maakten in 2023 (nog) geen onderdeel uit van het EU ETS.

2024: Verschil in efficiëntie ten opzichte van 2023

NEa

Meer informatie

Naast de geaggregeerde cijfers over de CO2-efficiëntie publiceert de NEa ook de cijfers van de individuele installaties. U vindt dat overzicht hier.