Eerste resultaten hernieuwbare energie voor vervoer 2023

Bedrijven die fossiele brandstoffen aan Nederlands vervoer1 leveren, zijn verplicht om elk jaar een bepaald aandeel daarvan te vervangen door hernieuwbare energie. Daarmee wordt de CO2-uitstoot van vervoersbrandstoffen verminderd en de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen verkleind. Hieronder vindt u de belangrijkste resultaten van deze opgaven over het jaar 20232.

1: Alle vormen van transport over de weg, het spoor, het water en door de lucht.
2: Bij het opstellen van de grafieken is geen rekening gehouden met het effect van dubbeltelling: de energie-inhoud van zowel enkeltellende als dubbeltellende biobrandstof wordt slechts éénmaal meegeteld. De enige uitzondering betreft de grafiek over de inzet van conventionele/ geavanceerde/ bijlage IXb/ overige biobrandstoffen, waar wel rekening is gehouden met dubbeltelling.

Hoogte jaarverplichting 2023

Bedrijven die benzine en diesel leveren aan vervoersbestemmingen moeten een jaarlijks toenemend aandeel hernieuwbare energie leveren. Dit heet de jaarverplichting. De jaarverplichting in 2023 bedroeg 18,9% van de totale energie-inhoud van de geleverde benzine, diesel en zware stookolie. Bedrijven moeten dus 18,9% van hun geleverde benzine, diesel en zware stookolie laten bestaan uit hernieuwbare energie; leveringen aan binnen- en zeevaart zijn hiervan uitgezonderd.

Het volume aan geleverde benzine en diesel ligt nog niet op het niveau van vóór corona (2019), maar het volume lag in 2023 wel ruim 3% hoger dan in 2022. De gezamenlijke jaarverplichting bedroeg in 2023 ruim 81,5 miljoen HBE’s, dit is ruim 7 miljoen meer dan in 2022. Dit betekent dat er 81,5 miljoen gigajoule (GJ) aan hernieuwbare energie moest worden geleverd. In de praktijk ligt dit volume lager, omdat een deel van de hernieuwbare energie dubbel geteld kan worden.

Soorten ingezette hernieuwbare energie in het vervoer in 2023

Net als in voorgaande jaren bestond het overgrote deel van de geleverde hernieuwbare energie in 2023 uit vloeibare biobrandstoffen. Dieselvervangende biobrandstoffen vormden met 72,8% het grootste aandeel, gevolgd door benzinevervangende biobrandstoffen met 18,8%. De resterende 8,3% betrof hernieuwbare elektriciteit en biogas*. Het aantal inboekers van elektriciteit is in 2023 flink toegenomen. Het aandeel van elektriciteit op de totale hoeveelheid ingeboekte hernieuwbare energie is met 4,5% echter nog steeds beperkt. Verder is het aandeel hernieuwbare energie dat werd geleverd aan zeevaart in 2023 gedaald naar ongeveer een kwart. Daarentegen is het aandeel van de luchtvaart gestegen van 3% in 2022 tot 8% in 2023.

In 2023 is voor het eerst een kleine hoeveelheid waterstof ingeboekt in het REV.

* De percentages zijn bepaald op basis van berekende energie-inhoud, dus met dubbeltelling en andere rekenfactoren. De scheepvaartbrandstoffen en kerosine zijn gevoegd bij de dieselvervangende biobrandstoffen. Bio-LNG is meegeteld bij biogas.

Infographic: Eerste resultaten hernieuwbare energie voor vervoer 2023

Resultaten per grafiek

Meer informatie

Meer informatie verschijnt in de uitgebreidere rapportage die naar verwachting in juli gepubliceerd wordt.