CDM- en JI-projecten

Om wereldwijde klimaatverandering tegen te gaan, moet de uitstoot van broeikasgassen omlaag. Waar deze uitstoot wordt verminderd maakt niet uit. Als dit in het buitenland tegen lagere kosten kan, kan het efficiënter zijn om de uitstoot daar te verminderen.

CDM- en JI-projecten

Door te investeren in emissiereductieprojecten kunnen landen en bedrijven een reductie van de CO2-uitstoot realiseren in andere landen. Het Kyoto-protocol (KP) biedt, naast de handel in KP-eenheden ook twee projectgebonden mechanismen:

  • mechanisme voor gemeenschappelijke uitvoering (Joint Implementation, JI): investering in een project waarmee de uitstoot van broeikasgassen wordt verminderd in een land met een KP-reductieverplichting;
  • mechanisme voor schone ontwikkeling (Clean Development Mechanism, CDM): investering in een project waarmee de uitstoot van broeikasgassen wordt verminderd in een land zonder KP-reductieverplichting (dit zijn meestal ontwikkelingslanden).

De investerende landen of bedrijven krijgen vervolgens (een deel van) de behaalde emissiereducties in de vorm van CER’s (in het geval van een CDM-project) of ERU’s (in het geval van een JI-project). Deze rechten kunnen beperkt gebruikt worden in het Europese systeem voor emissiehandel.

Deelname aan CDM- en JI-projecten

Op verzoek van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) neemt de NEa aanvragen voor een Letter of Approval (LoA) voor CDM-projectactiviteiten vanaf 16 juni 2020 niet meer in behandeling.

Vanaf 2021 lopen de klimaatdoelstellingen van het Kyoto Protocol af en worden deze vervangen door klimaatdoelen onder de Overeenkomst van Parijs. Om die reden, en omdat er internationaal ook nog geen duidelijkheid is over de toekomst van het CDM na 2020, kiest het Ministerie ervoor geen nieuwe LoA’s af te geven. Een aanpassing van de regelgeving is in voorbereiding.

In Nederland geen CDM- en JI-projecten

CDM-projecten kunnen alleen plaatsvinden in KP-landen zonder reductiedoelstelling (veelal ontwikkelingslanden). JI-projecten kunnen in principe worden uitgevoerd in alle landen met een KP-reductiedoelstelling, zoals ook Nederland.

De Nederlandse overheid heeft besloten geen gastland te willen zijn voor JI-projecten. Dat staat in de Memorie van Toelichting bij de wetswijziging van de Wet milieubeheer uit 2005, die het Europese systeem voor handel in broeikasgasemissierechten (EU ETS) verbindt met de KP-mechanismen. Als gevolg hiervan is het niet mogelijk om in Nederland een JI-project uit te voeren.