Aandachtspunten inboeken vloeibare biobrandstoffen

Op deze pagina zijn een aantal ondewerpen uitgelicht die gaan over het inboeken van vloeibare biobrandstof. Het gaat om wettelijke voorwaarden en handelingen die belangrijk zijn voor de Jaarafsluiting Energie voor Vervoer 2022.

U mag alleen duurzame biobrandstoffen inboeken, die fysiek aan de Nederlandse markt zijn geleverd. Een massabalans kan alleen over biobrandstoffen worden gevoerd. Daarom geldt de eis dat de fysieke levering van biobrandstof aantoonbaar moet zijn. 

Aantoonbaar leveren

"Wat bekent aantoonbaar leveren?" De NEa merkt dat bedrijven het soms een uitdaging vinden om aan te tonen dat een levering biobrandstof bevat. Voor aantoonbaar leveren zijn de volgende punten van belang:

Aantonen van de beleverde bestemming

  • Voor elke levering van duurzame biobrandstof die wordt ingeboekt, gelden wettelijke eisen om zeker te stellen dat de biobrandstof fysiek is geëindigd op een bestemming die voor inboeking in aanmerking komt.
  • De beleverde bestemmingen die in aanmerking komen voor inboeken zijn gelimiteerd tot de bestemmingen genoemd in bijlage 1 van de Regeling energie vervoer.
  • De inboeker is altijd zelf verantwoordelijk dat de inboekingen ook echt fysieke leveringen biobrandstof zijn. En dat deze fysieke leveringen ook eindigen op de bestemming die bij het inboeken is opgegeven. Wanneer blijkt dat de bestemming anders is dan bij het inboeken is opgegeven, dan is dat voor de NEa aanleiding om op te treden tegen de inboeker. Niet tegen zijn (eind)afnemer.

Dit geldt voor alle inboekingen. Voor de duidelijkheid hebben we hieronder twee voorbeelden uitgewerkt:

Aantonen uitslag tot verbruik

  • Alleen leveringen van biobrandstof waarvan aantoonbaar is dat deze aan de Nederlandse markt zijn geleverd mogen in het Register Energie voor Vervoer (REV) worden ingeboekt.
  • Een belangrijke eis hierbij is dat het brandstofmengsel dat de biobrandstof bevat, is uitgeslagen tot verbruik. De uitslag tot verbruik moet vindbaar zijn in de accijnsboekhouding van de inboeker.

Bijlage 1 deel A van de Regeling energie vervoer geeft voor de verschillende bestemmingen weer op welke manier de inboeker moet aantonen dat er sprake is geweest van uitslag tot verbruik van de ingeboekte brandstof.

Onderste verbrandingswaarde bij niet-standaard biobrandstoffen

In de Richtlijn hernieuwbare energie staat voor sommige biobrandstoffen niets over de onderste verbrandingswaarde. Bijvoorbeeld voor geraffineerde olie en maritieme biobrandstof.

Belangrijk voor de inboeker

  • Een ISO/IEC17025 geaccrediteerd lab moet de onderste verbrandingswaarde vaststellen. De opgegeven verbrandingswaarde moet representatief zijn voor de ingeboekte brandstoffen.
  • Op het moment van inboeken beschikt de inboeker over een bewijsstuk waaruit blijkt dat de onderste verbrandingswaarde van de biobrandstof door een geaccrediteerd lab is vastgesteld.
  • In het Register Energie voor Vervoer (REV) kan de inboeker zelf de onderste verbrandingswaarde opgeven.

Dubbeltellingverklaring later koppelen aan inboeking

Sinds de zomer van 2021 is het mogelijk om een inboeking op een later moment te koppelen aan een dubbeltellingverklaring.

Belangrijk voor de inboeker

  • Selecteer in het Register Energie voor Vervoer (REV) het invoergegeven 'dubbeltellend claimen', van de optie 'later'. Zo kunt u op een later moment de dubbeltellingverklaring aan een bestaande inboeking worden opvoeren en koppelen. Alleen dan kunt u nog later een dubbeltellingverklaring aan de inboeking koppelen.
  • De dubbeltellingverklaring moet uiterlijk 31 maart 2023 door de inboeker zijn opgevoerd en gekoppeld aan de betreffende inboekingen.
  • Alleen de dubbeltellingverklaring kan later worden opgevoerd en gekoppeld. Overige in te boeken gegevens moeten uiterlijk 28 februari zijn opgevoerd en zijn niet meer te wijzigen.
  • Als de dubbeltellingverklaring later aan de inboeking wordt gekoppeld, wordt in eerste instantie alleen het aantal enkeltellende hernieuwbare brandstof eenheden (HBE’s) bijgeschreven. Het bijschrijven van de HBE’s vanwege dubbeltelling vindt pas plaats als dubbeltellingverklaring aan de inboekingis gekoppeld.

Zorg voor een correcte registratie van de inboeking

U kunt uw inboeking maar één keer registreren. Dit moet plaatsvinden vóór de uiterste registratiedatum. Fout registreren kan leiden tot handhaving door de NEa. Bijvoorbeeld door middel van een corrigerende maatregel. Daarom is het belangrijk dat u de inboekingen correct registreert.

Wij adviseren u om de administratieve processen van uw bedrijf zo in te richten, dat de gegevens volledig en juist kunnen worden ingevoerd. De fiatteursrol in het REV kan hierbij helpen. Als de rekeninghouder één of meerdere fiatteurs toewijst, moet een 2e paar ogen de opgevoerde gegevens goedkeuren, voordat deze definitief worden geregistreerd.

Fiatteur toewijzen
Heeft u nog geen fiatteur op uw rekening? Dien dan een wijzigingsverzoek bij ons in. Houdt rekening met een doorlooptijd van 3 weken na ontvangst correct en volledig ingevuld wijzigingsformulier.

Alleen in uitzonderlijke situaties corrigeert de NEa inboekingen in het voordeel van bedrijven.

Overige aandachtpunten bij inboeken