Marktmechanisme hernieuwbare Energie voor Vervoer en HBE's

Hernieuwbare Energie voor Vervoer is de systematiek waarmee Nederland werkt aan de doelstellingen voor een steeds toenemend aandeel hernieuwbare energie voor vervoer en transport. En een afname van het aandeel broeikasgassen door de uitstoot van transportbrandstoffen. Een marktmechanisme met hernieuwbare brandstofeenheden (HBE's) heeft hierin een centrale rol.

Binnen de systematiek en het marktmechanisme met HBE's zijn verschillende bedrijven actief. Zo zijn brandstofleveranciers volgens wet- en regelgeving verplicht om deel te nemen, maar zijn er ook andere bedrijven zonder verplichting die vrijwillig deelnemen. Bijvoorbeeld om HBE's te verhandelen. De NEa is uitvoerder van de systematiek en ziet er op toe dat deelnemende bedrijven de wettelijke eisen naleven.  

Bekijk de video hieronder voor een korte uitleg over de systematiek hernieuwbare Energie voor Vervoer en het marktmechanisme met HBE's. 

(Het logo van de NEa, de Nederlandse Emissieautoriteit, the Dutch Emissions Authority. Een man:)
Frituurvet in je vrachtwagen? Afval in je motor?
Dit moet je weten over hernieuwbare energie voor vervoer.

(Beeldtekst: Hernieuwbare energie voor vervoer.)

Vervoer en transport zorgen voor bijna een kwart van de CO2-uitstoot in Nederland.
Het is dus belangrijk om goed te kijken hoe we deze sector kunnen verduurzamen.
Gelukkig komen er steeds meer duurzame alternatieven.
Dit noemen we hernieuwbare energie.
Voor vervoer en transport zijn biobrandstoffen op dit moment
de belangrijkste vorm van hernieuwbare energie.
Deze worden gemengd met fossiele benzine en diesel.
Dit noemen we E10-benzine of B7-diesel.

(Beeldtekst: Het HBE-systeem.)

Om verduurzaming mogelijk te maken
werken we in Nederland met het systeem van Hernieuwbare Brandstofeenheden,
of HBE's.
Europese regelgeving en het Nederlandse klimaatbeleid
verplichten brandstofleveranciers om jaarlijks een steeds groter deel
aan hernieuwbare energie te leveren.
Bedrijven moeten zich bij de NEa registreren
en krijgen HBE's in ruil voor het leveren
van hernieuwbare energie aan de Nederlandse markt.
Deze HBE's hebben ze nodig om aan hun verplichtingen te voldoen.
Als bedrijven meer leveren dan ze verplicht zijn,
kunnen ze het overschot verhandelen aan andere brandstofleveranciers,
die juist tekortkomen.
De NEa zorgt voor een betaalbare uitvoering en toezicht op dit systeem van HBE's.
We controleren bijvoorbeeld of biobrandstoffen echt duurzaam zijn
en of hernieuwbare energie wel echt op de markt terechtkomt.
Door de handel in HBE's mogelijk te maken
en de oorsprong van duurzame energie te controleren,
zorgt de NEa met de sector
dat de CO2-uitstoot door vervoer elk jaar omlaaggaat.
Zo wordt ook de transportsector in 2050 helemaal klimaatneutraal.

(Het logo van de NEa, de Nederlandse Emissieautoriteit, the Dutch Emissions Authority.)

Bedrijven hernieuwbare Energie voor Vervoer

Bedrijven met verplichting

Bedrijven zonder verplichting

Jaarverplichting en reductieverplichting

Bedrijven met een verplichting moeten ervoor zorgen dat ze jaarlijks vóór 1 mei voldoende HBE’s op hun rekening in het Register Energie voor Vervoer (REV) hebben staan om aan de verplichtingen te voldoen.

Bedrijven die fysiek hernieuwbare energie leveren aan vervoer kunnen de leveringen daarvan inboeken in het REV en creëren daarmee HBE’s. Zowel de jaarverplichting als de reductieverplichting wordt uitgedrukt in een benodigde hoeveelheid HBE's.

Bedrijven die te maken hebben met de jaarverplichting en reductieverplichting kunnen kiezen:

  • of zij zelf hernieuwbare energie leveren en registreren in het REV (inboeken) en de HBE’s voor de eigen verplichting gebruiken;
  • of dat zij HBE’s kopen van andere bedrijven;
  • een combinatie van beide opties is ook mogelijk.

1 HBE op rekening in het REV vertegenwoordigt de inzet van 1 gigajoule hernieuwbare energie.

Bovendien staat een HBE voor een bepaalde (jaarlijks vast te stellen) broeikasgasemissiereductie.

1 HBE op rekening in het REV levert een bijdrage aan de verplichte inzet van hernieuwbare energie én aan de reductiedoelstelling.

Soorten HBE's

De totale jaarverplichting bevat subdoelstellingen en limieten, om het gebruik van bepaalde grondstoffen of vormen van hernieuwbare energie te bevorderen en anderen juist te ontmoedigen. De soort ingeboekte hernieuwbare energie en /of de grondstof van de biobrandstof bepaalt welke soort HBE wordt gecreëerd.

Er zijn vier soorten HBE's:

Inzet HBE's voor jaarverplichting
Om aan de jaarverplichting te kunnen voldoen, zetten bedrijven met een verplichting hun HBE's als volgt in:

  • een maximaal aandeel HBE Conventioneel (HBE-C) en HBE Bijlage IX B (HBE-B);
  • een resterend aandeel HBE Overig (HBE-O);
  • een minimaal aandeel HBE Geavanceerd (HBE-G).

HBE-rapportage
De NEa is wettelijk verplicht om een aantal rapportages te publiceren op basis van gegevens uit het REV. Eén van deze rapportages is de HBE-rapportage.

Hoe werkt het handelssysteem

De Nederlandse overheid zet met de systematiek hernieuwbare Energie voor Vervoer een handelssysteem in, zodat de deelnemers gezamenlijk op de meest kosteneffectieve wijze hun verplichte aandeel hernieuwbare energie kunnen leveren en hun broeikasgasemissies kunnen reduceren.

Bedrijven met een rekening in het REV kunnen HBE’s onderling naar elkaar overboeken. Alleen bedrijven met een verplichting, inboekers en andere houders van een AGP-vergunning hebben een rekening in het REV.

De systematiek hernieuwbare Energie voor Vervoer volgt de Europese richtlijnen maar is geïmplementeerd in Nederlandse wet- en regelgeving. Bedrijven kunnen HBE’s niet internationaal verhandelen of inzetten voor wet- en regelgeving in andere landen. Omgekeerd kunnen bedrijven ook geen eenheden uit vergelijkbare systemen in andere landen naar het REV overboeken.

De bedrijven moeten zelf onderlinge afspraken maken over de handel in HBE’s. Bijvoorbeeld over de te verhandelen soorten HBE, maar ook over de prijzen. Dit gebeurt buiten het REV om. De NEa heeft hierin geen rol.