In het monitoringsplan (MP) werkt een bedrijf uit hoe voor een afzonderlijke installatie de relevante uitstoot wordt bepaald of gemonitord. Dit monitoringsplan moet voldoen aan specifieke regels.
Monitoringsplan opstellen
Aanvullende regels zijn gesteld in de Regeling handel in emissierechten.
Specifieke informatie over standaardwaarden die u in sommige situaties mag hanteren voor berekeningsfactoren van brandstoffen (zoals calorische onderwaarde en emissiefactor) staat in het achtergronddocument Standaardwaarden voor berekeningsfactoren.
Meer informatie over de eisen aan de directe meting van CO2-emissies (via CEMS) vindt u hieronder.
De NEa heeft in samenwerking met de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (voorheen AgentschapNL) specifieke hulpmiddelen ontwikkeld voor de industrie, toezichthouders en meetbureaus:
- Implementatie NEN-EN 14181
- Praktijkblad "QAL1 bij continue meetsystemen (CEMS)"
- Praktijkblad "QAL2 bij automatische meetsystemen (CEMS)"
- Praktijkblad "QAL3 met ijkgas bij automatische meetsystemen (CEMS)"
- Praktijkblad "QAL3 zonder ijkgas bij automatische meetsysytemen (CEMS)"
- Praktijkblad "Jaarlijkse vergelijkingsmetingen (AST) bij continue meetsystemen (CEMS)"
- Bepaling meetvlakonzekerheid volgens NEN EN 15259
- Toelichting rekentool ‘Bepaling onzekerheid meetvlak NEN EN 15259’
Bedrijven die gebruikmaken van continue emissiemetingen (CEMS) voor het bepalen van de uitstoot, moeten het melden wanneer controle- of kalibratiemetingen plaatsvinden.
Controle op kwaliteitsborging
De NEa moet controles uit kunnen voeren op de kwaliteitsborging van emissiemetingen. Het gaat hierbij om de controlemetingen (JC of AST) en kalibratiemetingen (KBN2 of QAL2), die worden uitgevoerd conform de norm Kwaliteitsborging van geautomatiseerde meetsystemen (NEN-EN 14181) van continue emissiemeetsystemen (CEMS).
Meldingsprocedure metingen
Bedrijven moeten de NEa minstens 2 weken voordat de metingen plaatsvinden informeren. Hiervoor gebruikt u het formulier Melding meting. De NEa reageert niet formeel op deze melding, maar kan wel aangekondigd of onaangekondigd de meting bijwonen.
Gaat de meting toch niet door? Dan moet u dit uiterlijk op de dag waarop deze was gepland doorgeven per e-mail aan info@emissieautoriteit.nl.
Is de meting wel uitgevoerd, maar worden de resultaten hiervan niet gebruikt? Dan moet u dit binnen 2 weken nadat de meetresultaten bekend zijn per e-mail doorgeven aan de NEa. Geef ook aan waarom de resultaten niet worden gebruikt en voeg de meetresultaten toe.
Het monitoringsplan in het Emissiehandelportaal is gebaseerd op een Engels invulformat van de Europese Commissie. Let op: dit format van de Europese Commissie kunt u niet gebruiken om uw monitoringsplan op te stellen, maar dient ter informatie over wat u kunt verwachten als u een monitoringsplan gaat opstellen in het Emissiehandelportaal. De taal in het Emissiehandelportaal is echter Nederlands en het Emissiehandelportaal is gebruiksvriendelijker dan het invulformat van de Europese Commissie.
Het invulformat van de Europese Commissie is te vinden op de pagina Monitoring, reporting and verification - European Commission, onder ‘Documentation’, vervolgens ‘Monitoring and Reporting Regulation (MRR): Guidance and templates’ en vervolgens bij ‘Template No. 1: Monitoring plan fort he emissions of stationary installations’.
De Europese Commissie heeft een groot aantal hulpdocumenten opgesteld over specifieke onderwerpen binnen emissiemonitoring, zoals biomassa, meetonzekerheden, monsterneming en analyses en CEMS. Deze documenten zijn te vinden op de website van de Europese Commissie.
Voor het referentiedocument is geen format. Er is wel een voorbeeld referentiedocument.
Monitoringsplan onderhouden
Als u verplicht deelneemt aan het EU ETS heeft u een meldingsplicht. Bepaalde veranderingen moet u dan melden aan de NEa, bijvoorbeeld veranderingen in bedrijfs- en contactgegevens. Ook veranderingen in het monitoringsplan moet u melden aan de NEa. De NEa kan naar aanleiding van een melding de toewijzing van de hoeveelheid gratis emissierechten aanpassen.
Dubbele melding
Veranderingen die effect hebben op de capaciteit van de inrichting kunnen leiden tot een dubbele melding omdat een maatregel dan zowel invloed heeft op de monitoring van de CO2-emissie als op de toewijzing. U moet dan een melding monitoring én een melding toewijzing doen. Hiervoor gelden verschillende termijnen en procedures.
Bij significante veranderingen gaat het om veranderingen die effect kunnen hebben op de monitoringsmethodiek voor emissies. Bijvoorbeeld bij de gebruikte meetinstrumenten of de behaalde tiers (nauwkeurigheidsniveaus). De NEa heeft op een rij gezet welke veranderingen u vooraf moet laten goedkeuren in het overzicht Voorbeelden van significante veranderingen van het monitoringsplan.
Significante veranderingen in het monitoringsplan of monsternemingsplan meldt u via het EHP. Hier kunt u uw monitoringsplan en/of monsternemingsplan bijwerken en bijbehorend referentiedocument uploaden.
Zorg ervoor dat alle aangepaste documenten volledig en consistent zijn, anders kan de NEa deze melding niet goedkeuren. De NEa neemt vervolgens binnen 8 weken een besluit.
U mag een significante verandering pas doorvoeren in de praktijk nadat de NEa deze heeft goedgekeurd. Daarop is een uitzondering: u kunt de veranderde methodiek wel alvast toepassen als dit nodig is voor een correcte en volledige monitoring. Twijfelt u over de uitkomst van de beoordeling door de NEa? Dan moet u de monitoring tijdelijk parallel uitvoeren: zowel op basis van het veranderde als het oorspronkelijke monitoringsplan.
| Let op: bij een te laat ingediende melding blijft sprake van een overtreding! |
Het melden van een niet-significante verandering in het monitoringsplan doet u via het EHP.
U kunt deze meldingen meteen doen wanneer ze zich voordoen. Maar u kunt ze ook opsparen en uiterlijk 31 december van het jaar waarin ze zich voor hebben gedaan in één keer melden. U ontvangt daarvan een bevestiging. Een inhoudelijke reactie volgt alleen als de NEa vragen of opmerkingen heeft over de melding. Of als de melding wél significant is.
Is het om technische redenen tijdelijk niet haalbaar om een tier (nauwkeurigheidsniveau) uit het gevalideerde monitoringsplan toe te passen? Dan is sprake van een tijdelijke afwijking van de monitoringsmethodiek. Deze moet u melden aan de NEa. Dit geldt voor tierafwijkingen van zowel hoeveelheidsbepalingen als van berekeningsfactoren (emissiefactor, calorische onderwaarde, etc.).
Tijdens de periode van afwijking moet het hoogst haalbare niveau van nauwkeurigheid worden toegepast. Ook moet uw bedrijf alle noodzakelijke maatregelen nemen om zo snel mogelijk weer volgens de tier in het gevalideerde monitoringsplan te monitoren. Daarnaast moet u de risicoanalyse opnieuw beoordelen en de procedure voor de omgang met ontbrekende gegevens aanpassen zodat deze de geconstateerde afwijking afdekt. Voor invulling van de procedure voor ontbrekende gegevens heeft de Europese commissie in samenwerking met de lidstaten een workingpaper opgesteld.
Tijdelijke afwijkingen meldt u via het EHP. De planning voor indiening is (naar eigen keuze):
- binnen 5 dagen na het ontstaan van de afwijking of
- in een maandelijks overzicht vóór de 6e van de volgende maand
Tijdelijke afwijkingen hoeven niet te leiden tot aanpassing van het monitoringsplan.