Bij overtredingen heeft de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) verschillende bevoegdheden om handhavend op te treden.
Interventiebeleid
Het interventiebeleid van de NEa biedt duidelijke en uniforme kaders voor handhaving. Ook is er ruimte om bijzondere omstandigheden per geval mee te wegen. Zo kan voor elke overtreding een evenredige en passende sanctie worden bepaald.
In het interventiebeleid kunnen 3 onderdelen worden onderscheiden. Het eerste onderdeel betreft het beleid voor herstellend optreden. Het tweede onderdeel betreft het beleid voor bestraffend optreden. Het derde onderdeel gaat over bijzondere interventies ter bevordering van de naleving. Hieronder volgt een beknopte toelichting op deze onderdelen.
De NEa kan verschillende maatregelen inzetten voor herstel van een overtreding:
A. Beëindigen overtreding
De NEa heeft de bevoegdheid om een last onder dwangsom op te leggen teneinde een overtreding te beëindigen of herhaling daarvan te voorkomen. Voordat het bestuur gebruik maakt van deze bevoegdheid zal het bestuur in beginsel eerst een waarschuwing geven. Indien de ernst van de overtreding dat vereist kan direct een last onder dwangsom opgelegd worden.
B. Herstellen gevolgen overtreding
De NEa heeft verschillende instrumenten om de gevolgen van een overtreding te herstellen. De meeste van deze instrumenten zijn ambtshalve vaststellingen, waarmee onjuiste gegevens kunnen worden gecorrigeerd. In het interventiebeleid is voor elk instrument een grenswaarde opgenomen. Elke grenswaarde is bepaald met het oog op het algemene belang van toepassing van de maatregel, in het licht van de beslissingsruimte die het bestuur heeft. Bij de handhaving wordt prioriteit gegeven aan de gevallen waarin de grens is overschreden. Elke grenswaarde is voorzien van een toelichting, waarmee invulling wordt gegeven aan de evenredigheidsbeoordeling die in elk concreet geval moet plaatsvinden.
De NEa heeft de bevoegdheid om een bestuurlijke boete op te leggen aan bedrijven die de regelgeving hebben overtreden. In geval van een overtreding kan de NEa van deze bevoegdheid gebruikmaken, volstaan met een bestuurlijke waarschuwing of afzien van een bestraffende interventie. In het interventiebeleid staat een stappenschema dat helpt bij het maken van de keuze voor een interventie op basis van:
1) de ernst van de overtreding
2) de verwijtbaarheid van de overtreder en
3) de passendheid van de interventie.
Het stappenschema wordt toegepast per overtreding. Dit betekent dat als een bedrijf meerdere overtredingen heeft begaan, er meerdere interventies worden bepaald en toegepast.
In sommige gevallen is het effectief om naast een herstel- en/of een bestraffende sanctie nog een bijzondere interventie op te leggen. Bijvoorbeeld als er signalen zijn dat een bedrijf geen prioriteit geeft aan naleving of als eerdere handhaving niet in betere naleving heeft geresulteerd. De interventie kan bijvoorbeeld bestaan uit een communicatietraject. De communicatie die in dit kader plaatsvindt heeft een normatief karakter, waarbij het bedrijf bewust wordt gemaakt van het belang van de naleving.