CBAM geldt voor de import van goederen in de categorieën ijzer en staal, cement, meststoffen, aluminium, elektriciteit en waterstof. Of iets een CBAM-goed is, wordt bepaald door de GN-code van het goed.

De lijst met specifieke producten en goederen, inclusief de GN-codes, kunt u hier vinden. CBAM is uitsluitend van toepassing op goederen met deze GN-codes. Goederen met een GN-code die niet op de lijst staat, vallen niet onder CBAM, ook niet als er in deze goederen bijvoorbeeld toch ijzer of staal is verwerkt. 

De douanewetgeving bepaalt welke GN-code u gebruikt in de douaneaangifte. De GN-code uit de douaneaangifte gebruikt u om te bepalen of de goederen CBAM-goederen zijn. 

Als u twijfelt onder welke GN-code(s) uw goederen vallen, kunt u het tariefsysteem van de Douane raadplegen. U kunt ook contact opnemen met de Nationale Helpdesk Douane.

Oorsprong en douaneprocedures

CBAM is alleen van toepassing op goederen met niet-preferentiële oorsprong in een land buiten het douanegebied van de Europese Unie die in het vrije verkeer van de Unie worden gebracht. Daarmee geldt CBAM dus niet voor goederen die geheel in de EU zijn geproduceerd.

Als het land van oorsprong buiten de EU ligt, is CBAM meestal van toepassing voor de bovengenoemde goederen. Niet-EU landen die wel het Europese systeem van emissiehandel hebben ingevoerd, zijn uitgezonderd van CBAM. Dit zijn:

  • IJsland
  • Liechtenstein
  • Noorwegen
  • Zwitserland
  • Verder zijn de gebieden Büsingen, Helgoland, Livigno, Ceuta en Melilla uitgezonderd

De douanewetgeving bepaalt welk land van niet-preferentiële oorsprong u gebruikt in de douaneaangifte. Op basis hiervan bepaalt u of CBAM op u van toepassing is. 

Goederen die onder de regeling actieve veredeling zijn geplaatst en vervolgens als dezelfde goederen of als veredelingsproducten in het vrije verkeer worden gebracht, vallen onder CBAM. Veredelingsproducten die voortkomen uit regeling passieve veredeling vallen niet onder de CBAM-verplichtingen.

Ondergrens van 50 ton voor importeurs

Per 1 januari 2026 geldt voor CBAM-goederen (met uitzondering van waterstof en elektriciteit) een ondergrens van 50 ton goederen per importeur per jaar. Zolang een importeur in een jaar minder dan 50 ton CBAM-goederen invoert, is CBAM niet van toepassing en is er dus geen verplichting om toegelaten te zijn.

Vanaf het moment dat een importeur in een jaar meer dan 50 ton goederen importeert, geldt CBAM. Er is dan een toelating nodig en er moet CBAM-aangifte worden gedaan over alle CBAM-goederen die zijn ingevoerd. Er is dus geen vrijstelling van 50 ton goederen vanaf het moment dat er meer is geïmporteerd.

Ondergrens van 50 ton voor indirect vertegenwoordigers

Voor indirecte vertegenwoordigers die optreden als CBAM-aangever, is de jaarlijkse hoeveelheid CBAM-goederen per importeur die zij vertegenwoordigen bepalend. Importeurs worden geïdentificeerd op basis van het EORI-nummer. Als verschillende importeurs samenwerken in een oneigenlijke constructie die is opgezet om zo onder de grens van 50 ton te blijven, kunnen de hoeveelheden mogelijk opgeteld worden.

Het kan voorkomen dat een indirect vertegenwoordiger in de douaneaangifte minder dan 50 ton aangeeft voor een niet EU-importeur. Als deze importeur in dat jaar met andere indirecte vertegenwoordigers in totaal wel meer dan 50 ton CBAM-goederen invoert, dan heeft elke indirecte vertegenwoordiger van die importeur CBAM-verplichtingen. Deze moeten dan zijn toegelaten als CBAM-aangever en CBAM-aangifte doen.

CBAM-rekeningnummer en Y-codes

Wanneer de NEa uw toelating heeft goedgekeurd, ontvangt u een CBAM-rekeningnummer. Het CBAM-rekeningnummer (EN: CBAM account number) is te vinden in het CBAM-register onder My applications and authorisations. Het CBAM-rekeningnummer volgt het format: CBAM-NL-202X-XXX123456789123.

Vanaf 2026 vult u het CBAM-rekeningnummer in bij de douaneaangifte wanneer u CBAM-goederen importeert. Meer informatie over het gebruik van het CBAM-rekeningnummer in de douaneaangifte en over de relevante Y-codes vindt u op de website van de Douane.