Hieronder leest u een toelichting op wat CBAM betekent voor indirecte douanevertegenwoordigers die importeurs vertegenwoordigen bij het invoeren van CBAM-goederen.
Wat betekent de drempelwaarde van 50 ton CBAM-goederen voor indirecte vertegenwoordigers?
Vanaf 2026 worden importeurs van CBAM uitgezonderd als deze in een jaar niet meer dan 50 ton aan CBAM-goederen invoeren. Bij het berekenen of deze drempelwaarde is overschreden, moeten alle CBAM-goederen bij elkaar worden opgeteld die in een jaar door de importeur zelf of voor zijn/haar rekening zijn ingevoerd.
De drempelwaarde geldt per importeur, niet per vertegenwoordiger. Daarom is het niet relevant voor welk deel van de invoer u als douanevertegenwoordiger heeft opgetreden. De uitzondering op basis van de drempelwaarde geldt niet voor waterstof en elektriciteit.
Toelating
Vanaf 1 januari 2026 is voor de invoer van CBAM-goederen een toelating nodig. De Douane controleert bij de douaneaangifte of er voor de invoer van CBAM-goederen een toelating is. Is deze er niet, dan worden de goederen niet vrijgegeven of kan er een boete worden opgelegd. Meer informatie over de toelating vindt u op de pagina Toelating als CBAM-aangever. Op de website CBAM toelating vindt u alle informatie over het aanvragen van een toelating.
Een indirecte douanevertegenwoordiger die een buiten de EU gevestigde importeur vertegenwoordigt die CBAM-goederen invoert, moet altijd zijn toegelaten als CBAM-aangever.
Een indirecte douanevertegenwoordiger die een in de EU gevestigde importeur vertegenwoordigt die CBAM-goederen invoert, kan ermee instemmen om op te treden als CBAM-aangever. In dat geval moet deze vertegenwoordiger ook een toelating a hebben. Dit geldt ook als de vertegenwoordigde importeur jaarlijks minder dan 50 ton CBAM-goederen invoert.
Dit betekent dat een indirecte vertegenwoordiger alleen geen toelating nodig heeft als deze:
- Helemaal geen importeurs van CBAM-goederen vertegenwoordigt, of
- Alleen in de EU gevestigde importeurs vertegenwoordigt én bij geen van deze importeurs ermee instemt om op te treden als CBAM-aangever
CBAM-aangifte
Een indirecte douanevertegenwoordiger die een importeur vertegenwoordigt die buiten de EU is gevestigd én die in een jaar in totaal meer dan 50 ton aan CBAM-goederen naar de EU invoert, is verplicht om de CBAM-aangifte van de importeur op zich te nemen en de certificaten aan te kopen. De aangifte heeft in zo’n geval alleen betrekking op dat deel van de import waarvoor deze vertegenwoordiger douaneaangifte heeft gedaan. De indirecte vertegenwoordiger doet één aangifte waarin deze de goederen en emissies van alle importeurs die hij/zij vertegenwoordigt opneemt.
Een indirecte douanevertegenwoordiger die een importeur vertegenwoordigt die binnen de EU gevestigd is én die in een jaar in totaal meer dan 50 ton aan CBAM-goederen naar de EU invoert, heeft de keuze.
De CBAM-verplichtingen liggen in beginsel bij de importeur zelf, maar de indirecte douanevertegenwoordiger kan de CBAM-verplichtingen overnemen voor het deel waarvoor deze de douaneaangifte heeft gedaan.
Als de indirecte douanevertegenwoordiger ervoor kiest de CBAM-aangifte en de aankoop van de certificaten over te nemen, wordt de indirecte douanevertegenwoordiger verantwoordelijk en kan de NEa hem of haar aanspreken op de naleving van de verplichtingen.
Om onduidelijkheid te voorkomen over wie verantwoordelijk is voor de CBAM-verplichtingen, is het erg belangrijk dat de indirecte douanevertegenwoordiger en de importeur onderling goede afspraken maken voordat CBAM-goederen worden geïmporteerd. Daarnaast zijn goede afspraken heel belangrijk om inzicht te krijgen in de hoeveelheid goederen die de vertegenwoordigde importeur jaarlijks in totaal importeert.
Dat inzicht is nodig om te kunnen bepalen of deze importeur de drempelwaarde van 50 ton overschrijdt en er dus CBAM-verplichtingen zijn. Daarnaast is het verstandig om vooraf afspraken te maken over de betaling van de kosten van CBAM.
CBAM-rekeningnummer in de douaneaangifte
Bij de toekenning van een toelating krijgt de aangever een CBAM-rekeningnummer. Zo’n CBAM-rekeningnummer is nodig om een douaneaangifte te kunnen doen voor de import van CBAM-goederen. Met het invullen van het CBAM-rekeningnummer maakt de aangever duidelijk welke partij verantwoordelijk is voor het voldoen aan de CBAM-verplichtingen.
Indirecte douanevertegenwoordigers moeten in de douaneaangifte hun eigen CBAM-rekeningnummer of het CBAM-rekeningnummer van de importeur die zij vertegenwoordigen opgeven:
- Zij vullen hun eigen CBAM-rekeningnummer in als zij handelen namens een buiten de EU gevestigde importeur, óf als zij handelen voor een binnen de EU gevestigde importeur waarvoor zij de CBAM-verplichtingen overnemen;
- Zij vullen het CBAM-rekeningnummer van de binnen de EU gevestigde importeur in als zij de CBAM-verplichtingen van deze importeur niet overnemen.
Beeld: © NEa