Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) past in de herziene wet- en regelgeving de mogelijkheden aan om elektriciteit in te boeken. De herziene versies van de Wet milieubeheer en het Besluit energie vervoer zijn naar de Tweede Kamer zijn verstuurd en online te vinden. De internetconsultatie voor de herziene Regeling energie vervoer is gesloten. Voor de planning en laatste versies regelgeving zie deze webpagina.

Wijzigingen inboeken elektriciteit

Drempelwaarde

Inboekers van elektriciteit kunnen vanaf 2026 alleen zelfstandig inboeken als zij voldoen aan een bepaalde drempelwaarde. Het Ministerie van IenW is voornemens om de hoogte van de drempelwaarde in de Regeling energie vervoer vast te stellen op een ingeboekte hoeveelheid van 2 miljoen kWh elektriciteit.

Wanneer een rekeninghouder een jaar niet voldoet aan de drempelwaarde, wordt na de jaarafsluiting de rekening gesloten en kan de onderneming het volgende jaar alleen inboeken via een inboekdienstverlener (zie kopje ‘Inboekdienstverlener’ voor meer informatie).

Voorafgaand aan een nieuwe rekeningaanvraag moet duidelijk zijn dat de drempelwaarde wordt behaald. Bestaande rekeningen die in 2025 niet voldoen aan de drempelwaarde worden niet overgezet naar de nieuwe systematiek.

  • Rekeninghouders die naast elektriciteit ook een andere vorm van hernieuwbare energie inboeken, hoeven niet te voldoen aan de drempelwaarde, en kunnen zelfstandig elektriciteit blijven inboeken voor hun eigen onderneming en voor 100% dochterondernemingen.
  • Rekeninghouders die een jaarverplichting hebben en daarnaast alléén elektriciteit inboeken, moeten wel voldoen aan de drempelwaarde.
  • Een verplichtinghouder die de drempelwaarde niet haalt of kan halen, kan alleen de geleverde hoeveelheden elektriciteit inboeken via een inboekdienstverlener.

ERE-elektriciteit en vrije ruimte

Vanaf 2026 is de systematiek energie voor vervoer gebaseerd op ketenemissiesturing, in plaats van energiesturing. Dat betekent dat er in het vervolg emissiereductie-eenheden (ERE’s) ontstaan bij het inboeken van hernieuwbare energie, in plaats van hernieuwbare brandstofeenheden (HBE’s). Elektriciteit krijgt in de nieuwe regelgeving een eigen eenheid, namelijk de ERE-E. Bij de overgang, HBE naar ERE, wordt de HBE-Overig (die men nu ontvangt voor onder andere inboekingen elektriciteit) omgezet naar ERE-Overig. HBE's die zijn gegenereerd uit leveringen van elektriciteit worden in het nieuwe register niet omgezet naar de ERE-E.

De multiplier van 4, die onderdeel was van de berekening van HBE’s, verdwijnt in de berekening van ERE’s. Wel wordt een hogere fossiele referentie aangehouden voor elektrisch vervoer, waarmee de CO2-reductie wordt vergeleken, dan voor hernieuwbare -en biobrandstoffen. De fossiele referentie voor elektriciteit is namelijk 183, terwijl deze voor biobrandstoffen en hernieuwbare brandstoffen 94 is.

Aantal ERE = levering [kWh] * aandeel hernieuwbaar [%] * 183 [g/MJ] * 3,6 [MJ/kWh] / 1000

Onder ‘aandeel hernieuwbaar’ wordt het gemiddelde percentage hernieuwbare elektriciteit in het elektriciteitsnet verstaan. Het uitgangspunt voor dit netpercentage is gebaseerd op de situatie van twee jaar geleden.

Op basis van de cijfers van het CBS wordt jaarlijks het percentage vastgesteld. Het aandeel hernieuwbare elektriciteit is 100% indien de elektriciteit afkomstig is uit hernieuwbare bronnen via opwek op de leverlocatie of een directe lijn, direct aan vervoer wordt geleverd (zie kopje ‘100% hernieuwbare elektriciteit’ ).

Bestemming

Door de introductie van sectorsturing levert een inboeking van elektriciteit geleverd aan wegvervoer een ERE-E op voor de sector land. Een inboeking van elektriciteit geleverd aan de binnenvaart levert een ERE-E op voor de sector binnenvaart en dat geldt ook voor de sector zeevaart. De ERE-E is alleen maar verhandelbaar binnen de sector waarin deze is gecreëerd. De vrije ruimte is dus niet van toepassing op elektriciteit. Gecreëerde ERE’s in de sector land, kunnen niet worden ingezet voor de verplichting van zeevaart of binnenvaart.

Mobiele machines

Het inboeken van leveringen van elektriciteit aan mobiele (bouw)machines (mobiele werktuigen, landbouwtrekkers, bosbouwmachines en pleziervaartuigen) kan vanaf 2026. Elektriciteit geleverd aan stationaire machines of installaties is nog steeds niet inboekbaar. Bij twijfel of uw machine onder ‘mobiele machine’ valt, mail dan naar info@emissieautoriteit.nl.

Walstroom

Walstroom blijft inboekbaar tot en met 2029. Hierna is het niet meer mogelijk om walstroom geleverd aan zeeschepen of binnenvaartschepen in te boeken. De inboekregels voor walstroom zijn gelijk aan de inboekregels voor landbestemmingen. De inboeker is eigenaar van de aansluiting inboekt in met de gegevens van de bemeterde leverpunten.

Luchtvaart

Vanaf 2026 is het niet meer mogelijk om inboekingen te doen voor de bestemming luchtvaart. Dat betekent ook dat dokstroom of elektriciteit geleverd aan luchtvoertuigen niet meer inboekbaar is.

Inboekdienstverlener

Inboekdienstverlener

Vanaf 2026 wordt de inboekdienstverlener geïntroduceerd als mogelijke inboeker van elektriciteit. De inboekdienstverlener is een onderneming die geaggregeerd leveringen elektriciteit aan vervoer inboekt voor andere ondernemingen of natuurlijke personen. De ondernemingen of natuurlijke personen zijn eigenaar van de aansluitingen, waarvoor de inboekdienstverlener inboekingen registreert.

Hiervoor geldt een aantal uitgangspunten:

  • Een inboekdienstverlener dient ingeschreven te zijn bij de KvK;
  • Een inboekdienstverlener komt alleen in aanmerking voor een rekening indien zij voldoet aan de drempelwaarde;
  • Ondernemingen hebben een aansluiting waar elektriciteit aan vervoer wordt geleverd;
  • Ondernemingen machtigen de inboekdienstverlener (ten minste per kalenderjaar) om voor hen in te boeken. De inboekdienstverlener dient per onderneming waarvoor hij inboekt een machtiging te bezitten. Elke onderneming, inclusief dochterondernemingen, dienen individueel de inboekdienstverlener te machtigen. Net zoals voor zelfstandige inboekers, geldt alleen voor de ondernemingen die een inboekdienstverlener machtigen dat het eigenaarschap van de aansluitingen door het jaar heen mag wijzigen;
  • Natuurlijke personen hebben een aansluiting waar onder andere elektriciteit aan vervoer wordt geleverd. De natuurlijke persoon dient in het Centraal Aansluitingenregister geregistreerd te staan als eigenaar van de aansluiting;
  • Natuurlijke personen machtigen de inboekdienstverlener (ten minste per kalenderjaar) om voor hen in te boeken;
  • Machtigingen voor ondernemingen én natuurlijke personen worden ter grootte van gehele kalenderjaren getekend. De machtigingen mogen wel voor meerdere jaren gelden. Dat betekent dat machtigingen geldig kunnen zijn voor één jaar, twee jaar, drie jaar, etc.;
  • De inboeking gebeurt nog steeds op basis van de levergegevens die zijn gemeten door het bemeterde leverpunt. Dit geldt voor zowel de ondernemingen als voor de natuurlijke personen. Indien de aansluiting niet exclusief voor vervoer is, moet de meter MID-gecertificeerd zijn;
  • De EAN registratie in het Centraal Aansluitingenregister (CAR) is leidend. Inboeken voor een EAN-aansluiting kan alleen indien de onderneming of natuurlijke persoon in het CAR aan de aansluiting is verbonden;
  • De inboekdienstverlener draagt zorg voor de correctheid van inboekingen en de bijbehorende administratie en bewijslast;
  • De inboekdienstverlener zorgt voor een jaarlijkse verificatie van inboekingen.

Een onderneming kan alleen zelfstandig inboeken wanneer zij voldoet aan de drempelwaarde. 

Inboeken voor natuurlijke personen

Inboekdienstveleners kunnen vanaf 2026 leveringen elektriciteit aan vervoer van huishoudens met een laadpaal inboeken. Alleen de gemeten aantallen kWh door het bemeterd leverpunt van de laadpaal zijn inboekbaar. In deze leveringen wordt geen onderscheid gemaakt tussen netleveringen of een directe levering van opgewekte energie op eigen locatie. Alleen het netgemiddelde percentage hernieuwbare elektriciteit is inboekbaar. Een MID-gecertificeerde meter op de laadpaal of een exclusieve aansluiting toont aan dat de hoeveelheden ingeboekte kWh uitsluitend naar vervoer zijn gegaan.

Drempelwaarde voor inboekdienstverleners

Inboekdienstverleners voldoen aan de drempelwaarde door voor alle gemachtigden gezamenlijk minimaal 2 miljoen kWh aan leveringen in te kunnen boeken óf te beschikken over minimaal 200 machtigingen. De inboekdienstverlener maakt voorafgaand aan de rekeningaanvraag aannemelijk dat hij de drempelwaarde haalt.

Verificatie, inspectie en handhaving inboekdienstverlener

In de Regeling energie vervoer worden ook nader regels gesteld over de inboekverificatie voor inboekdienstverleners. Net zoals voorheen, geldt vanaf 2026 dat alle inboekers per soort ingeboekte hernieuwbare energie een inboekverificatie moeten uitvoeren door een geaccrediteerde verificateur. Daar vallen alle inboekingen elektriciteit onder die de inboekdienstverlener in dat jaar voor gemachtigden heeft geregistreerd.  

Indien de NEa vaststelt dat fouten zijn gemaakt bij de inboeking, komt de handhavende maatregel terecht bij de inboekdienstverlener. Zij zijn aansprakelijk voor foutieve inboekingen.

100% hernieuwbare elektriciteit

Er zijn vanaf 2026 nog steeds twee manieren om hernieuwbaar opgewekte elektriciteit die geleverd is aan vervoer in te boeken.

  1. Als een levering via directe lijn.  De elektriciteit is op een andere locatie opgewekt en wordt naar de leverlocatie vervoerd via een directe lijn.
  2. Opwekken op dezelfde locatie (WOZ-object) waar elektriciteit aan vervoer wordt geleverd wordt.

Voor beide geldt vanaf 2026 de eis dat men moet beschikken over een Garantie van Oorsprong (GvO) niet-netlevering voor de hernieuwbare energie. Voor zowel inboekingen via de directe lijn, als de opwek op eigen locatie mag geen exploitatiesubsidie verkregen zijn. Onder 100% hernieuwbare elektriciteit wordt verstaan: de hoeveelheid geleverde elektriciteit uit hernieuwbare bronnen (uitgezonderd biomassa, stortgas, gas van rioolzuiveringsinstallaties en biogas) die blijkt uit de meter van het bemeterd leverpunt en die door garanties van oorsprong voor niet-netlevering van duurzame elektriciteit wordt vergroend. Vanaf 2026 is het dus niet meer mogelijk om elektriciteit opgewekt door biomassa of biogas in te boeken als 100% hernieuwbare elektriciteit.

Subsidie

Met ingang van de nieuwe wet- en regelgeving mag voor beide vormen van hernieuwbare energie (directe lijn en opwek op dezelfde locatie) geen exploitatiesubsidie betaald zijn. Voor het volume opgewekte kWh waarover u exploitatiesubsidie heeft ontvangen, kunt u dus geen 100% beloning ontvangen.

Het is wel mogelijk om de geleverde elektriciteit in te boeken voor het netgemiddelde percentage hernieuwbare energie.

Overige wijzigingen

Verwisselbare voertuigaccu's

Elektriciteit geleverd aan vervoer met een verwisselbare accu mag met ingang van de nieuwe wet- en regelgeving ook ingeboekt worden, als de accu buiten het voertuig geladen wordt en daarna terug wordt geplaatst in een voertuig. Het gaat dus specifiek om een accu die het voertuig aandrijft. Dit is alleen inboekbaar als de bemetering alsnog voldoet aan de definitie van bemeterd leverpunt en wanneer de accu uitsluitend voor voertuigen bestemd is en gebruikt wordt.

Twijfelt u of de elektriciteit geleverd aan uw accu inboekbaar is? Neem dan contact via  info@emissieautoriteit.nl.