Afvalverbrandingsinstallaties

De emissies van afvalverbrandingsinstallaties (AVI’s) die huishoudelijke afvalstoffen, gemengde bedrijfsafvalstoffen of gemengd sorteerresidu verbranden, vallen onder de CO2-heffing.

Jaarafsluiting 2022

Meer informatie over de jaarafsluiting CO2-heffing kunt u hier vinden. Het format van het CO2-heffingsverslag dat gebruikt moet worden door AVI's voor het aanleveren van de emissiecijfers kunt u hier vinden.

Industriële jaarvracht

De industriële jaarvracht van een AVI is gedefinieerd als de totale fossiele CO2-uitstoot, zoals deze gerapporteerd zou worden onder het EU ETS. De uitzondering voor emissies die vrijkomen bij de productie van elektriciteit en stadsverwarming, geldt niet voor AVI’s. De heffing heeft voor AVI’s alleen betrekking op de uitstoot van CO2 en niet op andere broeikasgassen zoals N2O en methaan.

Dispensatierechten

Net zoals voor installaties onder het EU ETS, is een deel van de jaarlijkse CO2-uitstoot vrijgesteld van de heffing. Er zijn voor AVI’s geen specifieke benchmarks vastgesteld: het aantal dispensatierechten wordt gebaseerd op de terugvaloptie voor procesemissies:

Dispensatierechten Jaar t = Procesemissie gerelateerd activiteitsniveau x 0,97 x Reductiefactor jaar t

Monitoring CO2-emissies

Vanaf 1 januari 2020 moeten de AVI’s de CO2 -uitstoot monitoren en registreren. De eisen die gesteld worden aan het vaststellen, registreren en rapporteren van de uitstoot zijn in de regeling gelijk gesteld aan de eisen die nu ook gelden voor verbrandingsinstallaties onder het EU ETS zoals opgenomen in de monitoringsverordening (MRV).

Voor de verbranding van afval in AVI's is in de regeling een vereenvoudigde monitoringsmethode opgenomen, die afwijkt van de MRV. Voor de emissiefactoren en biomassafractie worden standaardwaarden gebruikt voor categorieën van afvalstromen. Deze worden vastgesteld door Rijkswaterstaat (Werkgroep Afvalregistratie) en deze worden door de NEa gepubliceerd voor alle jaren na 2014. Hierdoor hoeft niet elke installatie zelf de samenstelling van het afval te bepalen en is het niet nodig om directe CO2-metingen in de rookgassen uit te voeren.

Monitoringsplan

AVI's moeten een door de NEa goedgekeurd monitoringsplan (MP) hebben. Het MP omvat de documentatie over de monitoringsmethodes en de vereiste procedures en bevat informatie waaruit blijkt dat de onzekerheidsdrempels worden nageleefd.

De inhoud van dit MP is gebaseerd op de eisen uit het EU ETS. De informatie over monitoring en rapportage voor ETS-bedrijven die te vinden is op de website van de NEa is ook grotendeels van toepassing op de AVI's.

De NEa heeft een informatiedocument gepubliceerd waarin de specifieke regels voor AVI’s worden uitgelegd.

Historisch emissieverslag

Alle AVI's hebbeneen historisch emissieverslag ingeleverd bij de NEa. De historische emissies over de periode 2014-2020 zijn zo veel mogelijk gerapporteerd op basis van het goedgekeurde monitoringsplan. De historische emissies zijn het startpunt voor het bepalen van de hoeveelheid dispensatierechten voor de vrijstelling van de heffing.

Jaarlijks emissieverslag

Met de inwerkingtreding van de CO2-heffing zijn AVI's verplicht ieder jaar de gemeten emissies te rapporteren aan de NEa. De emissiecijfers moeten worden aangeleverd in een CO2-heffingsverslag. Meer informatie over het CO2-heffingsverslag kunt u hier vinden. Het format dat gebruikt moet worden door een AVI vindt u hier