Op deze pagina vindt u informatie over de deelnamecriteria van het ETS-2. Als een bedrijf aan de deelnamecriteria voldoet, heeft het verplichtingen onder het ETS-2.
Welke brandstofleveranciers vallen onder het ETS-2?
Het ETS-2 legt verplichtingen op aan brandstofleveranciers. Zij moeten de CO2-uitstoot van hun geleverde brandstoffen monitoren, hierover rapporteren en vervolgens emissierechten inleveren. Het ETS-2 kijkt echter nog naar drie zaken om te bepalen of een brandstofleverancier verplicht moet deelnemen:
Is een brandstofleverancier een gereglementeerde entiteit?
Aan welke sectoren wordt de brandstof geleverd voor eindgebruik?
Wat voor soort brandstof wordt er geleverd?
Een combinatie van de drie bovenstaande punten is noodzakelijk. Dus pas als een brandstofleverancier een gereglementeerde entiteit is, hij brandstoffen levert aan tenminste één sector die onder het ETS-2 valt én hij tenminste één brandstof levert die onder het ETS-2 valt, heeft de brandstofleverancier verplichtingen onder het ETS-2.
De brandstofleverancier wordt in ETS-2 wetgeving aangeduid als “de gereglementeerde entiteit”. Daarbij wordt aangesloten bij de definities die gelden vanuit de accijnswetgeving en de energiebelasting.
Als een brandstofleverancier aan een, of beide, van de volgende twee criteria voldoet kan zij verplicht zijn deel te nemen aan het ETS-2:
Op grond van de Wet op de accijnsbelasting accijnsplichtig zijn voor minerale oliën of;
Op grond van de Wet belasting op milieugrondslag energiebelasting betalen voor kolen of gas.
Het ETS-2 omvat de volgende eindgebruikerssectoren:
Gebouwsector
broncategorie 1A4a
Brandstofverbruik in commerciële en institutionele gebouwen (in gedefinieerde ISIC categoriën)
broncategorie 1A4b
Brandstofverbranding in huishoudens
Wegvervoersector
broncategorie 1A3b
Brandstofverbruik in alle weg voertuigen, met uitzondering van het gebruik van landbouwvoertuigen op verharde wegen
Aanvullende sectoren
Broncategorie 1A1)
Energie industrieën
Brandstoffen die door bij de winning of energie producerende industrieën worden verbrand. Inclusief de subsectoren:
1A1a elektriciteit en warmteproductie
1A1b raffinage
1A1c productie van brandstoffen
Broncategoriecode 1A2
Be- en verwerkende industrie en bouw
Emissies door verbranding van brandstoffen in de industrie. Omvat ook verbranding voor de opwekking van elektriciteit en warmte voor eigen gebruik in deze industrieën.
(in gedefinieerde ISIC categorieën)
Voor de definitie van de sectoren wordt in de regelgeving verwezen naar broncode categorieën zoals die gedefinieerd zijn in de IPPC guidelines voor de nationale broeikasgasinventarisatie. Een meer gedetailleerd overzicht van de bovenstaande sectoren is daarin te vinden.
In de IPCC guidelines wordt vervolgens verwezen naar de internationale standaard industriële classificatie uit 2002. (ISIC rev 3.1). Dit is een zeer uitgebreid document. De meest relevante delen (index en classificatie) zijn samengevoegd in dit bestand.
De IPCC guidelines definiëren zogenaamde broncategorieën waarin broeikasgasemissies worden onderverdeeld. De categorisatie heeft een getrapte structuur, dat wil zeggen dat broncategorieën uiteen kunnen worden gezet in sub-broncategorieën. Tenzij expliciet anders vermeld vallen ook alle sub-broncategorieën binnen het toepassingsbereik.
In de regelgeving is aangesloten bij de definitie van een brandstof in de Europese richtlijn voor energiebelasting. De daarin opgenomen brandstoffen vallen ook onder het ETS-2. Dit zijn momenteel de volgende brandstoffen:
Brandstof
GN-code (2003)
Gelode benzine
2710 11 31, 2710 11 51, 2710 11 59
Loodvrije benzine
2710 11 31, 2710 11 41, 2710 11 45, 2710 11 49
Gasolie
2710 19 41 t/m 2710 19 49
Kerosine
2710 19 21 en 2710 19 25
LPG
2711 12 11 t/m 2711 19 00
Aardgas
2711 11 00 en 2711 21 00
Zware stookolie
2710 19 61 t/m 2710 19 69 15 15
Kolen en cokes
2701, 2702 en 2704
Brandstoffen waarvoor de emissiefactor nul is vallen buiten het ETS-2. Dit gaat bijvoorbeeld over biomassa, die aan de duurzaamheidseisen voldoet die zijn opgenomen in de Richtlijn Hernieuwbare Energie (REDII), en waterstof. Gevaarlijk of stedelijk afval dat als brandstof wordt gebruikt valt ook niet onder het ETS-2.
Mogelijk een bredere toepassing van eindverbruik in Nederland
Vooralsnog zijn leveringen aan de volgende sectoren voor eindverbruik, uitgezonderd van het ETS-2:
Land- en bosbouw
Visserij
Scheepvaart
Spoor
Installaties die onder het al bestaande ETS-1 vallen voor de grote industrie en energiebedrijven
Als een leverancier enkel levert aan een of meerdere van de bovenstaande sectoren voor eindverbruik, heeft de leverancier vooralsnog geen verplichtingen onder het ETS-2.
Het kabinet heeft in de voorjaarbesluitvorming aangekondigd dat het nieuwe Europese emissiehandelssysteem voor de gebouwde omgeving, wegtransport en kleine industrie (ETS-2) zo breed mogelijk wordt ingevoerd in 2027. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de opt-in waarbij alle fossiele brandstoffen onder het nieuwe handelssysteem komen te vallen. Deze opt-in moet nog verder worden uitgewerkt.
Het is dus nog onzeker of de bovenstaande sectoren, die nu nog zijn uitgezonderd, ook uitgezonderd blijven.