Inboeken vloeibare RFNBO's

RFNBO staat voor hernieuwbare brandstoffen van niet biologische oorsprong. In de wetgeving Energie voor Vervoer vallen onder vloeibare RFNBO's de leveringen van methanol, kerosine of LNG die vergroend zijn met "garanties van oorsprong andere gassen" (verder: ‘waterstof-gvo').

Bedrijven die kunnen inboeken

De methanol, kerosine of LNG die wordt vergroend met waterstof-gvo’s moet door de inboeker worden uitgeslagen tot verbruik. Dit betekent dat houders van een AGP-vergunning voor minerale oliën, geregistreerd geadresseerden voor minerale oliën of importeurs in aanmerking komen om via deze route vloeibare hernieuwbare brandstoffen in te boeken.

Inboekbare brandstof

Leveringen van methanol, kerosine of LNG die zijn uitgeslagen tot verbruik komen in aanmerking om ingeboekt te worden, voor zover deze leveringen zijn vergroend met waterstof-gvo’s. Daartoe moet de inboeker, voorafgaand aan de inboeking in het REV, de waterstof-gvo’s op de NEa-rekening in het VertiCer register overmaken. HBE's worden alleen aangemaakt voor zover de levering van methanol, kerosine of LNG is vergroend door waterstof-gvo’s. Het inboeken van de genoemde brandstoffen op deze manier, mag alleen als ze geleverd zijn aan vervoer in Nederland.

Garanties van oorsprong voor waterstof andere gassen

Een waterstof-gvo wordt uitgegeven door VertiCer als bewijs dat een bepaalde hoeveelheid waterstof in Nederland is geproduceerd met behulp van hernieuwbare elektriciteit, voor zover de gebruikte elektriciteit hernieuwbaar is. Dit moet worden onderbouwd met "gvo's hernieuwbare elektriciteit". Overigens hoeft de elektriciteit die gebruikt is in de elektrolyser zelf niet per se henieuwbaar te zijn. Het kan ook om elektriciteit uit het net gaan die administratief is vergroend "gvo's hernieuwbare elektriciteit". Op deze manier worden "gvo's hernieuwbare elektriciteit" als het ware omgezet in waterstof-gvo's en wordt de hernieuwbaarheid van de ingeboekte waterstof geborgd.

Om waterstof-gvo’s te kunnen gebruiken voor inboekingen, moet op de gvo hernieuwbare elektriciteit zijn aangegeven dat de hernieuwbare elektriciteit in Nederland is opgewekt en dat er voor de productie-installatie geen beschikking voor exploitatiesubsidie is afgegeven.
Let op! Deze werkwijze is dus anders dan bij de inzet van groen gas gvo’s voor het inboeken van biogas, waarbij er wel een beschikking mag zijn afgegeven aan de biogasproducent maar er geen subsidie mag zijn verstrekt.

Momenteel zijn er voor het verkrijgen van HBE’s geen eisen met betrekking tot subsidie voor de elektrolyse-installatie bij de waterstofproductie. In de nabije toekomst kan dit veranderen.

Waterstof-gvo's worden uitgegeven aan de waterstofproducent. Om te kunnen inboeken zal de inboeker de waterstof-gvo's van de waterstofproducent op zijn rekening in het VertiCer register moeten verkrijgen. Vervolgens maakt de inboeker deze waterstof-gvo's over op de NEa rekening in het VertiCer register.

Meer informatie over de inzet van gvo’s hernieuwbare elektriciteit voor waterstof-gvo’s en over de uitgifte van waterstof gvo’s leest u op de webpagina’s van VertiCer.

Een voorwaarde om deze met waterstof-gvo’s vergroende leveringen te kunnen inboeken, is dat de inboeker moet kunnen aantonen dat:

  • er in Nederland een bepaald volume methanol, kerosine of LNG is geproduceerd met waterstof en,  
  • dat dit geproduceerde volume ten minste even groot is als het ingeboekte volume.

Dit toont de inboeker aan met een “verificatieverklaring hernieuwbare brandstof”.

Bij deze inboekroute hoeft de inboeker dus niet persé zelf een methanol, kerosine of LNG te leveren die vervaardigd is met hernieuwbare waterstof. Het kan dus ook gaan om methanol, kerosine of LNG gemaakt van aardgas of fossiele waterstof. Van belang is dat:

  1. De opgevoerde leveringen methanol, kerosine of LNG vergroend zijn met gvo’s andere gassen en
  2. Het vergroende volume methanol, kerosine of LNG niet meer is dan het volume vermeld op de verificatieverklaring hernieuwbare brandstof.

Inboekbare bestemmingen

Alleen methanol en LNG geleverd aan "landbestemmingen en accijnsbelaste waterbestemmingen" komen in aanmerking voor de inboekroute van vloeibare RFNBO's. Hieronder vallen spoorvoertuigen, niet voor de weg bestemde mobiele machines (met uitzondering van binnenschepen en zeeschepen), landbouwtrekkers, bosbouwtrekkers, pleziervaartuigen (al dan niet op zee) en vaste installaties. Deze beperking van de inboekbare bestemmingen blijkt uit artikel 8, lid 6 van de Regeling energie vervoer.
Kerosine komt logischerwijs alleen in aanmerking voor de inboekroute van vloeibare RFNBO's als geleverd is aan luchtvaartbestemmingen.

Aantoonbaarheid uitslag tot verbruik methanol en kerosine

De leveringen methanol, kerosine of LNG die ingeboekt kunnen worden, moeten aantoonbaar zijn uitgeslagen tot verbruik. De hoofdregel is eenvoudig weer te geven: de inboeker moet met zijn eigen boekhouding kunnen aantonen dat de ingeboekte levering is uitgeslagen tot verbruik. Dit betekent dus dat de inboeker zelf de ingeboekte biobrandstof moet hebben uitgeslagen tot verbruik.

In bepaalde gevallen komen ook leveringen onder schorsing van betaling van accijns in aanmerking om ingeboekt te worden.

  • Voor leveringen van methanol of LNG aan landbestemmingen en accijnsbelaste waterbestemmingen gaat het dan om leveringen onder schorsing conform een A-B-C afhaaltransactie (Bepaling 1.4 van de Beleidsregels accijnswetgeving: A-B-C-transacties tussen vergunninghouders van een accijnsgoederenplaats voor minerale oliën voor afhaaltransacties per truck bij depots en raffinaderijlaadpunten).
  • Voor leveringen onder schorsing van betaling van accijns van kerosine gaat het om leveringen aan een luchthaven per tanktruck of een via een directe pijpleiding.

Aantoonbaarheid methanol in benzine
Voor methanol geldt dat deze een component moet zijn geweest van een uitgeslagen benzine, wil het ingeboekt kunnen worden als vloeibare RFNBO. Bij het inboeken van methanol moet de inboeker m.b.v. monstername en analyse moeten kunnen aantonen wat de fractie methanol in de uitgeslagen benzine was. Een uitslag van pure methanol komt niet in aanmerking om ingeboekt te worden.

HBE's voor het vergroende deel van de levering

Alleen dat deel van de geleverde methanol, LNG of kerosine dat gedekt is met waterstof-gvo’s leidt tot bijschrijving van HBE’s. Het energievolume van de gvo's bepaalt daarom het aantal bij te schrijven HBE's. Het is niet toegestaan om leveringen van methanol, LNG of kerosine met een dekkingsgraad van meer dan 100% in te boeken. Een geleverde hoeveelheid LNG mag niet ook worden ingeboekt als 'vergroende LNG'.

Vermenigvuldigingsfactoren

Ter stimulering van de inzet van hernieuwbare brandstof in vervoer geldt voor de beloning in HBE's een vermenigvuldigingsfactor van 2,5.

Tevens houdt het REV bij de beloning met HBE’s rekening met rekenfactoren uit de regelgeving voor het omzettingsverlies van waterstof naar methanol (0,8), kerosine (0,7) of LNG (0,6). Indien er geleverd wordt aan de luchtvaart wordt bovendien gerekend met een vermenigvuldigingsfactor van 1,2.

Aantal HBE-O  =  Energie-inhoud gvo*    X     2,5       X          0,6/0,7/0,8                       X             [1,2]
                                                                                                   (LNG/kerosine/methanol)            (als luchtvaart)

* Omgerekend naar / uitgedrukt in GJ

Het inboeken van RFNBO's aan de luchtvaart is in elk geval mogelijk tot en met 2024. Vanaf 2025 gelden er andere wettelijke kaders waarin deze leveringen mogelijk niet meer in aanmerking komen voor inboeken.

Registratie in het REV

De inboeker registreert in het REV het door hem aan vervoer geleverde volume methanol, kerosine of LNG en het (energie)volume van de gvo’s andere gassen. Voorafgaand aan de inboeking in het REV moet de inboeker de waterstof-gvo’s op de NEa-rekening in het VertiCer register overmaken.

Daarnaast voert de inboeker (een referentie naar) de verificatieverklaring hernieuwbare brandstof op. Een inboeker kan bij de inboeking niet meer methanol, kerosine of LNG opvoeren, dan is vermeld op deze verificatieverklaring.

Bij het inboeken van vloeibare hernieuwbare brandstof worden de volgende gegevens opgegeven in het REV:

  • De geleverde hoeveelheid methanol, kerosine (in liters bij 15 °C) of LNG (in kilogram)
  • Gegevens van de gvo’s,
  • Gegevens van de locatie vanwaar geleverd is,
  • Gegevens van de verificatieverklaring hernieuwbare brandstof.