Per 1 januari 2026 veranderen de regels voor deelname aan het EU ETS voor installaties die biomassa verbranden. Hieronder vindt u een toelichting op de belangrijkste wijzigingen. In de leidraad deelnamecriteria van de Europese Commissie vindt u uitgebreider informatie.
Wilt u weten of u na 2026 een vergunning moet aanvragen voor het EU ETS? Dan kunt u naast onderstaande informatie gebruik maken van onze checklist.
Installaties en het bepalen van het thermisch ingangsvermogen
Een installatie kan bestaan uit meerdere verbrandingseenheden. Voor het bepalen of een installatie onder het EU ETS valt, wordt het totale nominaal thermisch ingangsvermogen vastgesteld door het vermogen van alle verbrandingseenheden op te tellen (aggregatieregel).
De bestaande regels en uitzonderingen voor het vaststellen van dit vermogen blijven ook na 2026 van kracht. Een overzicht hiervan vindt u op de pagina: Vaststellen van het thermisch ingangsvermogen – regels en uitzonderingen. Maar per 1 januari 2026 zijn er wel een tweetal belangrijke aanpassingen. Deze vindt u hieronder. Om te bepalen of de regels voor u van toepassing zijn, kunt u ook gebruiken maken van deze cheklist.
1. Uitsluitend op biomassa gestookte eenheden tellen vanaf 2026 mee
Tot en met 2025 mochten verbrandingseenheden die uitsluitend biomassa verstoken buiten beschouwing blijven bij de aggregatieregel. Deze uitzondering vervalt per 1 januari 2026. Vanaf dat moment tellen deze eenheden wel mee in het totale thermisch ingangsvermogen.
De uitzondering voor verbrandingseenheden met een vermogen onder 3 MW blijft bestaan; deze hoeft u niet mee te tellen.
Voorbeeld:
Een installatie met twee stoomketels van 11 MW, waarvan één uitsluitend biomassa verstookt, had tot 2026 een ETS-relevant vermogen van 11 MW en viel daarmee buiten het EU ETS. Vanaf 2026 worden beide ketels meegeteld en komt het totaal op 22 MW. De installatie valt dan binnen de reikwijdte van het EU ETS.
Zie paragraaf 3.4.5 van de leidraad deelnamecriteria Europese Commissievoor verdere uitleg.
2. Nieuwe 95%-regel voor uitsluiting van het EU ETS
Tot en met 2025 geldt dat installaties die uitsluitend biomassa verbranden zijn uitgesloten van deelname aan het EU ETS. Vanaf 1 januari 2026 verandert dit. Een installatie wordt vanaf dat moment uitgesloten als minimaal 95 procent van de uitstoot in de referentieperiode 2019–2023 afkomstig is van verbranding van duurzame biomassa.
Deze beoordeling vindt plaats op installatieniveau en niet op het niveau van afzonderlijke verbrandingseenheden.