De jaarafsluiting is een jaarlijks terugkerend proces waarin installaties aan hun verplichtingen onder het Europese Emissiehandelsysteem voor stationaire installaties (EU ETS1) moeten voldoen. De jaarafsluiting vormt een belangrijk onderdeel van de nalevingscyclus van het EU ETS1.

Verplichtingen jaarafsluiting

Tijdens de jaarafsluiting heeft u als EU ETS1-installatie de volgende verplichtingen:

  • Houd het monitoringsplan (MP) en, indien van toepassing, het monitoringsmethodologieplan (MMP) zo actueel mogelijk. Uiterlijk 31 december van het jaar waarover u rapporteert moeten alle wijzigingen in het MP en het MMP gemeld zijn aan de NEa, zodat de NEa beschikt over een actuele versie. Meer informatie over wijzigingen in het MP (of MMP) kunt u vinden onder Monitoring emissies en Monitoringsmethodologieplan
  • Meld het stopzetten van een subinstallatie of de gehele installatie uiterlijk op 19 januari aan de NEa. Lees meer over het stopzetten van een (sub)installatie, of de gehele installatie.
  • Dien het geverifieerd emissieverslag uiterlijk 31 maart in.
  • Zorg dat het emissiecijfer uiterlijk 31 maart is opgevoerd in het EU ETS-register.
  • Zorg dat de emissierechten uiterlijk 30 september in het EU ETS-register zijn ingeleverd.

En, indien van toepassing:

  • Dien het geverifieerd activiteitsverslag uiterlijk 31 maart in
  • Stuur uw verzoek tot verificatie op afstand uiterlijk 31 december van het rapportagejaar in
  • Dien uw verbeterrapportage in  uiterlijk 30 september in. 
  • Meld tijdelijke afwijkingen (indien van toepassing).

Daarnaast kan uw installatie ook een verplichting onder de CO2-heffing industrie hebben. Dit geldt voor een deel van de bedrijven met een EU ETS-verplichting:

  • Dien een CO2-heffingsverslag uiterlijk 31 maart in. Het CO2-heffingsverslag is een format die de NEa heeft opgesteld waarin zowel het (industrieel emissieverslag als het verslag dispensatierechten worden gecombineerd.