Scope
U heeft een ETS-2 verplichting wanneer u voldoet aan alle drie de deelname criteria die zijn beschreven op onze website: https://www.emissieautoriteit.nl/onderwerpen/deelnamecriteria-ets-2
Nee, er is geen drempelwaarde voor hoeveelheden geleverde brandstof of de CO2-uitstoot binnen ETS-2
Lees op deze pagina meer over de brandstoffen die onder het bereik van ETS-2 vallen.
Lees op deze pagina meer over de sectoren die onder het bereik van ETS-2 vallen.
De lijst met vergunninghouders onder ETS-1 staat op de website van de NEa.
De ETS-2 verplichting ligt bij de brandstofleveranciers die brandstoffen uitslaan tot verbruik (accijns, kolen-, of energiebelasting plichtig zijn).
In annex-III van de gewijzigde richtlijn is het toepassingsbereik van het ETS-2 opgenomen. De brandstoffen die worden uitgeslagen in de genoemde sectoren, hierin gedefinieerd als CRF-categoriën, vallen onder het ETS-2. Hieruit blijkt dat het brandstofverbruik van mobiele heaters ook onder het toepassingsbereik van het ETS-2 valt.
Onder welk systeem je valt hangt af van welke Annex I activiteit het bedrijf uitvoert. Bij ETS-2 is dit uitslag tot verbruik van brandstoffen binnen het bereik, zoals gedefinieerd in annex III van de richtlijn, van ETS-2. Voor ETS1 is het belangrijkste de verbranding van brandstoffen met een verbrandingscapaciteit van ten minste 20 Mw.
Als uw installatie wel onder de CO2-heffing valt, maar niet onder ETS-1 dan zal de brandstoflevering wel onder ETS-2 vallen en zal hier dus over moeten worden gerapporteerd en rechten voor moeten worden ingeleverd.
Wanneer er sprake is van een opt-out, dan heeft de installatie geen verplichting onder het ETS-1, maar valt deze wel onder het toepassingsbereik van het ETS-2. Jouw brandstofleverancier zal in dit geval wel voor de levering aan uw opt-out installatie rechten moet inleveren.
Een brandstofleverancier hoeft geen emissierechten af te dragen voor de vrijgekomen emissies door verbranding van brandstoffen met eindverbruik in ETS-1 installaties. U heeft mogelijk ook geen vergunningplicht. Als u een beslissing wenst te krijgen van de NEa of u een vergunningplicht heeft of niet, dan kunt u een vergunningaanvraag indienen bij de NEa. De NEa zal vervolgens de aanvraag beoordelen en een formeel besluit nemen op basis van de ingediende gegevens. U heeft dan juridische zekerheid of u op dit moment wel of geen vergunningplicht heeft.
Elektriciteit is geen brandstof en valt hiermee dus buiten de verplichting van het ETS-2. U hoeft hier binnen het ETS-2 dus ook niet over te rapporteren.
Nee, alleen voor brandstoffen die verbrand worden (bijvoorbeeld voor verwarming en voortstuwing) geldt een ETS-2 verplichting.
Brandstoffen met GN-codes vermeld onder ETS-2, die niet verbrand worden, maar bijvoorbeeld worden gebruikt voor smering of reiniging vallen niet onder de scope van ETS-2.
Ja, als het gaat om bijvoorbeeld butaan of propaan voor verbranding, dan valt de brandstof onder de reikwijdte van ETS-2.
Biobrandstoffen
Nee er worden totale volumes gerapporteerd en bij de emissieberekening wordt rekening gehouden met het gehalte aan biobrandstoffen, indien deze aan de RED criteria voldoen.
Groen gas dat voldoet aan de RED-eisen kan worden ingezet in ETS-2 (en in ETS-1) met een emissiefactor van 0. U moet het gebruik van groen gas wel rapporteren, maar u hoeft er geen emissierechten voor in te leveren.
Het ETS-2 kijkt alleen naar de verbrandingsemissies bij eindverbruik. Echter, emissie reducerende maatregelen eerder in de keten zijn niet relevant binnen ETS-2. Als de reducerende maatregelen zijn getroffen bij een ETS-1 bedrijf, verlagen ze in dat kader wel de emissies. Emissies kunnen ook worden verlaagd door bijvoorbeeld de inzet van Garanties van Oorsprong (GvO's).
Waterstof is een koolstofvrije brandstof en veroorzaakt geen CO2-emissies. Waterstof hoeft dus niet te worden gerapporteerd voor ETS-2. De eisen in de RED II gedelegeerde verordeningen voor waterstof gelden voor de inzet in het kader van de RED-verplichtingen voor brandstofleveranciers en de industrie.
Voor het bepalen van de biomassafractie is de hoogste tier (tier 3a of 3b) vereist. Bij commerciële standaardbrandstoffen mag in principe een lagere tier toegepast worden, nl. tier 1 (standaardwaarden). Omdat er geen standaardwaarden zijn, vereist de NEa echter minimaal tier 2. Als een hogere tier leidt tot onredelijke kosten of technische onhaalbaarheid, moet er toestemming aan de NEa gevraagd worden om een lagere tier te gebruiken.
Nee, administratieve overdracht kan in ETS-2 niet.
Ja, onder ETS-2 kunnen koolstofhoudende additieven onder bepaalde voorwaarden als een aparte fuel stream worden beschouwd.
- Additieven vormen geen aparte fuel stream als ze zijn toegevoegd aan een brandstof en het mengsel wordt uitgeslagen voor verbruik.
- Koolstofhoudende additieven die apart worden uitgeslagen voor verbruik, gelden wél als een aparte fuel stream. Dit is het geval wanneer een bedrijf additieven afzonderlijk uitslaat voor verbruik bij levering aan een ander bedrijf dat ze mengt in brandstoffen.
- Voor niet-koolstofhoudende additieven geldt geen ETS-2 verplichting.
Meer informatie over de monitoring van additieven staat op de webpagina vloeibare brandstoffen.
De boekhoudregels voor RCF's zijn in concept vastgesteld in de Europese monitoringsverordening (MRV). In de MRV wordt verwezen naar de criteria die in de RED staan.
De boekhoudregels voor RFNBO’s zijn in concept vastgesteld in de Europese monitoringsverordening (MRV). In de MRV wordt verwezen naar de criteria die in de RED staan.
In ETS-2 zijn de ketenemissies (WTW) niet relevant, maar alleen de verbrandingsemissies bij eindgebruik (tank-to-wheel (TTW).
De TTW emissies van biobrandstoffen die aan de RED-eisen voldoen, hebben altijd een nul-emissie in ETS-2.
Nee, de limieten en subdoelstellingen bij de RED doelstellingen gelden niet voor de biobrandstoffen die worden ingezet in ETS-2. Het is ook niet mogelijk dat een lidstaat zelf zulke limieten of subdoelen stelt.
Brandstofleveranciers die geen RED-jaarverplichting hebben maar alleen ETS-2 verplichtingen, zijn helemaal niet gebonden aan de limieten en subdoelstellingen van de RED. De biobrandstoffen moeten uiteraard wel voldoen aan de duurzaamheidscriteria van de RED om als nul-emissie te kunnen rapporteren.
Het uitgangspunt is dat de biobrandstoffen die een brandstofleverancier levert (uitslaat tot verbruik) voor zijn (RED-)jaarverplichting ook meetellen voor zijn ETS-2 verplichtingen. Bij brandstofleveranciers die zowel met de RED-jaarverplichting als met ETS-2 te maken hebben, zullen de limieten en subdoelstellingen van de RED dus wel doorwerken in zijn ETS-2 verplichtingen. Maar als een brandstofleverancier ervoor kiest om aanvullende biobrandstoffen te leveren (dus meer dan nodig voor zijn RED-jaarverplichting), dan is hij voor die aanvullende leveringen niet gebonden aan de limieten en subdoelstellingen van de RED.
Een blend wordt in principe als één brandstofstroom gemonitord en gerapporteerd.
In principe maakt u gebruik van een gewogen eenheidsconversiefactor op basis van volume en een gewogen emissiefactor op basis van energie. Voor meer informatie zie ook onze biomassa webpagina.
Monitoring
De ETS-2 monitorings- en rapportageverordening (MRV) kent regels over het gebruik van meetinstrumenten buiten de controle van het bedrijf. Als die gegevens even nauwkeurig zijn en minder controlerisico’s met zich meebrengen mogen deze gebruikt worden.
De NEa heeft op dit moment geen reden om te veronderstellen dat de gegevens van netbeheerders niet zouden voldoen aan de MRV.
Er zijn in ETS-2 nauwkeurigheidseisen vastgesteld voor het vaststellen van de hoeveelheden met eigen metingen. Als uw metingen daaraan voldoen kunt u die zowel voor accijns-doeleinden als ETS-2 gebruiken.
Let op: voor de accijnsaangifte rapporteert u de hoeveelheden in liters. In het ETS-2 rapporteert u emissies en moeten deze hoeveelheden omgerekend worden naar energie (GJ) en naar emissies. De verbrandingswaarden die u voor deze omrekening gebruikt vindt u hier.
De nationale standaardfactoren worden jaarlijks gepubliceerd door RVO in de nationale brandstoffenlijst. De lijst voor 2024 vindt u hier.
Omdat de nieuwe versie van de NIR lijst pas vanaf december 2024 beschikbaar zal zijn, vindt u hier een voorlopige lijst met commerciële standaardbrandstoffen.
In sommige gevallen mogen ook Europese standaardwaarden worden gebruikt, die vindt u in bijlage III van de Monitorings- en rapportageverordening (MRV).
Als het gas geleverd wordt aan een installatie die onder ETS-1 verplichtingen heeft, dan is de levering aan deze installatie uitgezonderd van het ETS-2. Als het gas geleverd wordt aan een installatie die niet valt het onder het ETS-1, dan zal de levering onder het ETS-2 vallen. Ook als er na verbruik CCS wordt toegepast
Het aangrijpingspunt voor de verplichting in het ETS-2, is waar de uitslag tot verbruik plaatsvindt. Dit kan zowel voor of achter de eigen meter zijn. Slechts 1 partij in de leveringsketen heeft de ETS-2 verplichting.
De essentie is dat in beide systemen een extra rapportage verplichting wordt geintroduceerd: voor ETS-1 moet worden gerapporteert wie de brandstofleverancier is en voor ETS-2 moet worden gerapporteerd aan wie er wordt geleverd. Hierin wordt er nog onderscheid gemaakt tussen directe en indirecte leveringen. In het eerste geval wordt de informatie-uitwisseling verplicht. Voor de langere leveringsketen moet dit wordt gerapporteerd indien beschikbaar.
Nee, de brandstofvolumes zijn een sommatie over het jaar. In het monitoringsplan moet staan hoe die sommatie tot stand komt.
Het ETS-2 kent monitoringsregels via de monitoringsverordening (MRV). We gaan er vanuit dat in veel gevallen kan worden aangesloten bij de accijnsgegevens, maar kunnen dat nu niet generiek garanderen.
Het is de NEa bekend dat de gegevens op de rapportagedatum nog deels onvolledig zijn en gebaseerd kunnen zijn op afnameschattingen.
De ETS-2 monitorings- en rapportageverordening (MRV) biedt niet de mogelijkheid om achteraf emissierapportages te corrigeren. De rapportage op 30 april is dus definitief.
Dit betekent dus dat de rapportage soms niet volledig gebaseerd kan zijn op meetgegevens; er is dan sprake van een “data-gap”. Hoe de ontbrekende gegevens worden aangevuld, wordt vastgelegd in een procedures die in het monitoringsplan is opgenomen.
U kunt hierover meer informatie vinden op deze pagina.
Monitoringsplan
Op de pagina Format monitoringsplan en guidance monitoring emissies kunt u alle informatie over het standaard monitoringsformat en de guidance documenten terugvinden.
Op de pagina Format monitoringsplan en guidance monitoring emissies kunt u alle informatie over het standaard monitoringsformat en de guidance documenten terugvinden.
Register, rechten en veilingen
Het ETS-2 is een apart systeem met aparte prijzen. Dit is om te voorkomen dat het huidige bestaande ETS impact heeft op de nieuwe sectoren die onder het nieuwe systeem vallen. In de toekomst kan besloten worden deze te integreren. Net zoals dat bij luchtvaart is gedaan.
Ja, het ETS (zowel ETS-1 als ETS-2) is een Europees systeem met een Europese markt. U kunt rechten kopen op de veiling (EEX: https://www.eex.com/en/) of van een collega in Europa of van een handelaar.
ETS-2 rechten zijn in principe onbeperkt geldig.
Vanaf 2028 moeten brandstofleveranciers die verplicht deelnemen aan het ETS-2 gebruik maken van het EU ETS-register om informatie over hun jaarlijkse emissies in te voeren en op basis daarvan emissierechten in te leveren over het voorgaande emissiejaar. De emissierechten moeten worden ingeleverd in het Europese register voor de handel in broeikasgasemissierechten, het EU ETS-register. Hiervoor heeft u een rekening nodig in het Nederlandse deel van het EU ETS-register, dit wordt beheerd door de NEa.
Toegang tot het EU ETS-register voor brandstofleveranciers is mogelijk nadat aan allebei de onderstaande voorwaarden is voldaan:
1 Het EU ETS-register is opengesteld voor ETS-2 rekeningen. De Europese Commissie bepaalt dus de openingsdatum voor brandstofleveranciers.
2 Uw rekeningaanvraag is succesvol behandeld. De doorlooptijd voor het aanvragen van een rekening bij de NEa is 20 werkdagen, als alle documenten zijn aangeleverd.
Momenteel is het technisch nog niet mogelijk om een ETS-2 type rekening aan te vragen in het EU ETS-register. Naar verwachting zal dit in 2026 mogelijk worden.
ETS-2 emissierechten kunnen in eerste instantie worden verkregen via veilingen. De veilingen zullen plaatsvinden vanaf het jaar 2027. Net als bij het ETS-1, zullen er vanaf 2027 wekelijks veilingen worden uitgevoerd door het Duitse handels- en veilingplatform European and Energy Exchange (EEX). Hiervoor gelden strenge toegangseisen en de ontvangende partij moet een rekening hebben in het EU ETS-register. De markt voor ETS-2 emissierechten zal vanaf het 2027 worden opengesteld.
Na de eerste veiling zal het ook mogelijk zijn om ETS-2 rechten te kopen van handelsplatforms en andere bedrijven in het ETS-2.
Het ETS-2 is een nieuwe en separate markt met een ander type rechten dan de emissierechten in het ETS voor stationaire installaties, luchtvaartmaatschappijen en zeevaart. De nieuwe ETS2 markt heeft aparte ETS-2 rechten die alleen kunnen worden ingezet voor ETS-2. Met andere woorden, de huidige (Aviation) European Emission Allowances ((A)EUA’s) kunnen niet worden gebruikt in het ETS-2 en vice versa.
Het houden en verhandelen van ETS-2 emissierechten is daarom ook alleen mogelijk op de toekomstige ETS-2 rekeningen en op de handelsrekeningen in het EU ETS-register.