Vanaf 2026 is verificatie van het emissieverslag binnen EU ETS-2 verplicht. Dit moet u laten doen door een onafhankelijke, geaccrediteerde verificateur. De verificateur beoordeelt het emissieverslag op betrouwbaarheid en correctheid. Mini emittenten zijn hiervan voorlopig uitgezonderd.
Stel uw emissieverslag op aan de hand van het goedgekeurde monitoringsplan. Dit doet u in het EHP2. Wanneer het emissieverslag is afgerond, wordt de verificateur hiervan automatisch op de hoogte gesteld.
De verificateur beoordeelt het emissieverslag en legt een locatiebezoek af. De verificateur kan u extra vragen stellen over het emissieverslag, dit proces kan zich herhalen totdat de verificateur een verificatierapport kan opstellen.
Criteria beoordeling emissieverslag
De verificateur beoordeelt het emissieverslag. Daarbij wordt gekeken naar:
Onjuistheden: omissies, verkeerde voorstelling van zaken of fouten in de ingediende gegevens;
Non-conformiteiten: elke handeling of nalatigheid van de brandstofleverancier in samenhang met het monitoringsplan;
Niet-naleving: gerapporteerde gegevens zijn in strijd met Monitoring en rapportage verordening (MRV) of andere wetgeving.
Locatiebezoek
De verificateur voert locatiebezoeken uit bij de brandstofleverancier om de volledigheid van brandstofstromen en geleverde hoeveelheden te controleren, gesprekken met medewerkers te voeren, bewijsmateriaal te verzamelen en de werking van meetinstrumenten en monitoringssystemen te beoordelen. Deze bezoeken vinden plaats op locaties waar de leverancier gegevens over de brandstoflevering vaststelt, controleert en opslaat. Op basis van een risicoanalyse kiest de verificateur welke locaties (zoals hoofdkantoor, opslaglocatie of voorraadplaats) worden bezocht.
Lees onderaan deze pagina meer over het locatiebezoek en mogelijke uitzonderingen.
De verificateur schrijft tijdens het verificatieproces een rapportage.
Dit kan zijn:
Goedkeurende verklaring: het emissieverslag bevat geen materiële onjuistheden, non-conformiteiten of niet-naleving.
Goedkeuring met opmerkingen: het is emissieverslag is geverifieerd met opmerkingen. Het verslag bevat aandachtspunten die geen materiële invloed hebben op de gerapporteerde gegevens.
Afkeurende verklaring: het emissieverslag bevat onjuistheden, non-conformiteiten en/of niet-naleving van de MRV die materiële invloed hebben op de gerapporteerde gegevens.
Het verificatierapport wordt aan de brandstofleverancier gestuurd via het EHP2.
De brandstofleverancier dient het emissieverslag en het verificatierapport in via het EHP2 bij de NEa, uiterlijk op 30 april 2026.
Mini emittenten
Mini emittenten (≤100 ton CO₂ jaarlijkse uitstoot) zijn voorlopig uitgezonderd van het verificatieproces. Bent u door de NEa in het EHP2 aangemerkt als mini emittent? Dan volstaat een emissieverslag zonder verificatierapport.
Vereenvoudigde verificatie emissieverslag 2025 en 2026
Voor het emissieverslag over 2025 en 2026 is een vereenvoudigde verificatie mogelijk. De verificateur mag voor deze jaren besluiten de controles van de methode om de hoeveelheden geleverde brandstof te bepalen achterwege te laten. Om daarvoor in aanmerking te komen moet aan specifieke voorwaarden worden voldaan.
De risicoanalyse van de verificateur moet het achterwege laten van deze controles kunnen rechtvaardigen. Dit is het geval indien:
Het risico op onjuistheden of niet-conformiteiten laag is; en
Het beschikbare bewijsmateriaal robuust en betrouwbaar is, en afkomstig is van een onafhankelijke bron die niet door de brandstofleverancier kan worden gewijzigd.
De hoeveelheid geleverde brandstof wordt bepaald op basis van accijnsadministratie of energiebelastingadministratie afkomstig van de Belastingdienst of de Douane.
Daarnaast moet één van de volgende situaties van toepassing zijn:
Er is onafhankelijk bewijs dat de hoeveelheden geleverde brandstof in het emissieverslag overeenkomen met de gegevens uit de accijnsadministratie en/of energiebelastingadministratie. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om belastingaangiften van de Belastingdienst. Belangrijk is dat dit bewijsmateriaal niet kan worden gewijzigd door de brandstofleverancier.
De hoeveelheden geleverde brandstof in het emissieverslag is ongewijzigd overgenomen uit het Excise Movement Control System (EMCS). Dit is het automatiseringssysteem om het overbrengen van accijnsgoederen onder een accijnsschoringsregeling te monitoren en bevat informatie over hoeveelheden accijnsplichtige brandstoffen.
Locatiebezoek
De verificateur moet één of meer locatiebezoeken uitvoeren bij de brandstofleverancier. Locatiebezoeken hebben onder andere tot doel de volledigheid van de brandstofstromen en hoeveelheid geleverde brandstof te beoordelen, gesprekken te voeren met medewerkers, voldoende informatie en bewijsmateriaal te verzamelen en de werking van meetinstrumenten en monitoringssystemen te beoordelen.
Locatiebezoeken vinden plaats waar het monitoringsproces wordt vastgesteld en beheerd. Dit zijn locaties waar de brandstofleverancier relevante gegevens en informatie over de geleverde hoeveelheden brandstof vaststelt, controleert en opslaat. De verificateur beslist op basis van een risicoanalyse welke locaties (bijv. hoofdkantoor, opslaglocatie, voorraadplaats) tijdens de verificatie moeten worden bezocht.
Verificatie op afstand
In een beperkt aantal gevallen mag de verificateur besluiten om af te zien van het wettelijk verplichte locatiebezoek aan de brandstofleverancier.
Er zijn dan twee mogelijkheden: a) afzien van locatiebezoek en b) virtueel locatiebezoek. Daarvoor moet aan specifieke voorwaarden voldaan zijn en dit moet gemeld worden bij de NEa.
Bekijk de voorwaarden:
Het emissieverslag van de brandstofleverancier wordt voor de eerste keer door de verificateur geverifieerd Let op: dit geldt niet voor de rapportagejaren 2025 en 2026 in geval van
een kleine emittent en
indien aan de voorwaarden van vereenvoudigde verificatie is voldaan en de voorwaarden uit de tweede rij tabel 1 van toepassing zijn;
De verificateur heeft in de twee onmiddellijk voorafgaande verslagperioden geen locatiebezoek afgelegd;
Er zijn belangrijke wijzigingen in het monitoringsplan aangebracht.
Het afzien van een locatiebezoek baseert de verificateur op de basis van de volgende criteria:
Een risicoanalyse die ondersteunt dat afzien van locatiebezoek verantwoord is,
De relevante gegevens moeten op afstand toegankelijk zijn en
Er is voldaan aan de voorwaarden om het locatiebezoek niet uit te voeren (zie tabel 1 onderaan deze pagina).
Voor het niet-afleggen van een locatiebezoek is altijd goedkeuring van de NEa vereist. Brandstofleveranciers kunnen dit verzoek indienen via het EHP2. Dit verzoek voor goedkeuring van verificatie op afstand moet uiterlijk 31 december van het betreffende rapportagejaar zijn ingediend.
Voor kleine emittenten geldt dat geen voorafgaande goedkeuring van de NEa nodig is. Wel moeten ook deze bedrijven voldoen aan alle voorwaarden die gelden voor het afzien van een locatiebezoek.
Een verificateur mag een virtueel locatiebezoek uitvoeren wanneer er sprake is van ernstige, buitengewone en onvoorziene omstandigheden die buiten de controle van de brandstofleverancier liggen en een fysiek bezoek onmogelijk maken. Deze omstandigheden moeten bovendien niet met redelijke inspanningen opgelost kunnen worden.
Let wel: een virtueel bezoek vervangt niet het fysieke bezoek. Afhankelijk van de situatie moet het fysieke bezoek zo spoedig mogelijk alsnog plaatsvinden of worden gecombineerd met het locatiebezoek in het daaropvolgende jaar.
Aanvraag voor een virtueel locatiebezoek
Om een virtueel locatiebezoek uit te voeren, moet de brandstofleverancier vooraf goedkeuring aanvragen bij de NEa via het EHP2. De aanvraag dient de volgende informatie te bevatten:
Bewijs van de overmachtssituatie die een fysiek bezoek onmogelijk maakt;
Uitleg over de uitvoering van het virtuele locatiebezoek;
Resultaten van de risicoanalyse uitgevoerd door de verificateur;
Bewijs van de genomen maatregelen om het verificatierisico te beperken.