Uitvoeringstoets wijziging Besluit en Regeling energie vervoer

Op 29 augustus 2023 ontving de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) het verzoek om de voorgenomen wijzigingen van het Besluit energie vervoer en van de Regeling energie vervoer op handhaafbaarheid, uitvoerbaarheid en fraudebestendigheid te toetsen.

Belangrijkste conclusies

  • De voorgestelde wijzigingen van het Besluit en die van de Regeling zijn verschillend van aard en kennen een verschillende achtergrond. In de HUF toets zijn deze daarom separaat van elkaar beoordeeld. Wij adviseren om de besluitvorming met betrekking tot wijziging van de Regeling die als doel heeft de doelmatigheid en uitvoerbaarheid van "de systematiek hernieuwbare energie voor vervoer" te verbeteren niet af te laten hangen van de besluitvorming omtrent de wijziging van het Besluit, die een meer beleidsmatige achtergrond kent. Het verdient dus de voorkeur om separaat te besluiten over de voorstellen. 
  • In het Besluit stelt u een verhoging van de jaarverplichting voor. De NEa heeft geen inhoudelijke opmerking over deze voorgestelde maatregel. Wel is het een punt van zorg dat de voorgestelde maatregel zo kort voor de inwerkingtreding ervan wordt geconsulteerd. Een dergelijke ingrijpende ophoging van de jaarverplichting heeft grote impact op de markt en idealiter een ruimere voorbereidingstijd. 
  • Daarnaast is de verhoging van de jaarverplichting alleen voorzien voor het jaar 2024. Deze keuze betekent een risico als de wijzigingen aan wet- en regelgeving voor 2025 en verder vertraging oplopen, bijvoorbeeld vanwege de demissionaire status van het kabinet ( of andere onvoorziene omstandigheden). Een verplichting in 2025 die lager is dan 2024 heeft negatieve gevolgen voor de stabiliteit van de markt. Om dit risico te vermijden, stelt de NEa voor om indien mogelijk- ook alvast de jaarverplichting voor het jaar 2025 vast te leggen, op een niveau dat tenminste hetzelfde is als dat van 2024. 
  • Uw voorstel in de Regeling tot een verlaging van de vermenigvuldigingsfactor (multiplier) voor leveringen aan de zeevaart ziet de NEa als een noodzakelijke maatregel om de doelmatigheid van de systematiek hernieuwbare energie voor vervoer te herstellen. De NEa heeft de urgentie van deze maatregel reeds in eerdere aanpassingstrajecten van de regelgeving aan uw ministerie voorgesteld en is verheugd dat uw voorliggende voorstel hierin voorziet. De NEa verwacht dat deze maatregel een dempend effect zal hebben op de leveringen aan de zeevaart. Hoe groot dit effect is, kan de NEa niet exact voorspellen. De voorgestelde ophoging van de jaarverplichting heeft hier naar verwachting ook invloed op. Hoe de twee wijzigingen zich tot elkaar gaan verhouden, is lastig te voorspellen maar de ophoging zorgt voor een grotere vraag naar HBE's met ook een mogelijke prikkel voor leveringen aan de zeevaart. 
  • Voor beide wijzigingen dringt de NEa aan op een zo spoedig mogelijke besluitvorming en communicatie daarover waarbij u rekening houdt met de doorlooptijd die de HBE-markt nodig heeft om op deze veranderingen te kunnen reageren. 

Voor het overige ziet de NEa geen grote gevolgen wat betreft de aspecten handhaafbaarheid, uitvoerbaarheid en fraudebestendigheid.