Het totale (opgetelde) thermisch ingangsvermogen van alle verbrandingseenheden in de installatie is bepalend, maar sommige verbrandingseenheden worden niet meegeteld. Hieronder leest u voor welke verbrandingseenheden er uitzonderingen gelden.

Kleine verbrandingseenheden

Verbrandingseenheden met een thermisch ingangsvermogen van minder dan 3 MW worden niet meegeteld bij het bepalen of een installatie onder het EU ETS valt. Een installatie die bijvoorbeeld bestaat uit 8 noodstroomaggregaten (= 8 verbrandingseenheden) met elk een thermisch ingangsvermogen van 2,9 MW valt niet onder het EU ETS.

Een identieke installatie die ook 2 stoomketels van 11 MW heeft, valt wél onder het EU ETS, op grond van een thermisch ingangsvermogen van 22 MW. Alle emissies van verbrandingseenheden moeten worden gerapporteerd, ook die van de noodstroomaggregaten.

Uitsluitend biomassa

Verbrandingseenheden die uitsluitend biomassa verbranden worden niet meegeteld bij het bepalen of een installatie onder het EU ETS valt. Ook verbrandingseenheden die biomassa verbranden, maar daarnaast fossiele brandstoffen gebruiken voor uitsluitend het opstarten en afschakelen, worden niet meegeteld. Een installatie met 2 stoomketels van 11 MW, waarvan er 1 uitsluitend biomassa verbrandt, heeft voor het ETS een thermisch ingangsvermogen van 11 MW, en valt daarom niet onder het EU ETS.

Een installatie die 3 stoomketels heeft van 11 MW, waarvan er 1 uitsluitend biomassa verbrandt, valt met alle verbrandingseenheden onder het EU ETS. Dus ook met de stoomketel die alleen biomassa verbrandt. 
 

Let op: deze uitzondering voor verbrandingseenheden die uitsluitend biomassa verbranden vervalt in 2026. Kijk hiervoor bij Wijzigingen deelnameregels bij gebruik biomassa vanaf 2026.

Reserve-, achtervang- of parallelle eenheden

Verbrandingseenheden die gebruikt worden als reserve-, achtervang- of parrallelle eenheden, worden niet meegeteld als aan bepaalde voorwaarden is voldaan. Het niet meetellen van een of meer van dit soort eenheden kan alleen met goedkeuring van de NEa. 

Let op: dat geldt ook voor installaties die zonder deze uitzondering een emissievergunning zouden moeten hebben, maar deze nog niet hebben.

Vermogen

In veel gevallen wordt de term “vermogen” gebruikt voor de energiehoeveelheid die kan worden geproduceerd, bijvoorbeeld in de vorm van stoom of elektriciteit. Let op: Dit is iets anders dan het thermisch ingangsvermogen.

Het thermisch ingangsvermogen wordt in veel gevallen weergegeven op een identificatieplaatje op de verbrandingseenheid.