Verbranden van brandstof in installaties met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 20 megawatt (MW); met uitzondering van installaties voor het verbranden van gevaarlijke afvalstoffen of huishoudelijk afval.
NB: Het ingangsvermogen geeft aan hoeveel brandstof maximaal verstookt zou kunnen worden. In de meeste gevallen is dit weergegeven op identificatieplaatjes. Er wordt geen rekening gehouden met bijvoorbeeld begrenzingen in de gastoevoer of softwarematige begrenzingen. Meer informatie over de omgang met reserve- (back-up) of parallelle eenheden vindt u hier. |
Raffineren van aardoliën. |
Productie van cokes. |
Roosten of sinteren, met inbegrip van pelletiseren, van ertsen (met inbegrip van zwavelhoudend erts). |
Productie van ruwijzer of staal (primaire of secundaire smelting) inclusief continugieten, met een capaciteit van meer dan 2,5 ton per uur. |
Productie of bewerking van ferrometalen (inclusief ferrolegeringen) waarbij verbrandingseenheden met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 20 MW worden gebruikt. De bewerking omvat, onder meer, walserijen, herverhitters, gloeiovens, smederijen, gieterijen, coating en beitsen. |
Productie van primair aluminium (ook perfluorkoolstoffen). |
Productie van secundair aluminium waarbij verbrandingseenheden met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 20 MW worden gebruikt. |
Productie of bewerking van non-ferrometalen, met inbegrip van de productie van onder meer legeringen, raffinage en gieterijen, waarbij verbrandingseenheden met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen (met inbegrip van brandstoffen die als reductoren worden ingezet) van meer dan 20 MW worden gebruikt. |
Productie van cementklinkers in draaiovens met een productiecapaciteit van meer dan 500 ton per dag of in andere ovens met een productiecapaciteit van meer dan 50 ton per dag. |
Productie van kalk of het calcineren van dolomiet of magnesiet in draaiovens of in andere ovens met een productiecapaciteit van meer dan 50 ton per dag. |
Fabricage van glas, met inbegrip van de fabricage van glasvezels, met een smeltcapaciteit van meer dan 20 ton per dag. |
Fabricage van keramische producten door middel van verhitting, met name dakpannen, bakstenen, vuurvaste stenen, tegels, aardewerk of porselein, met een productiecapaciteit van meer dan 75 ton per dag. |
Fabricage van isolatiemateriaal uit minerale wol met gebruikmaking van glas, steen of slakken met een smeltcapaciteit van meer dan 20 ton per dag. |
Drogen of calcineren van gips of het produceren van gipsplaten en andere gipsproducten, waarbij verbrandingseenheden met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 20 MW worden gebruikt. |
Productie van pulp uit hout of andere vezelhoudende materialen. |
Productie van papier of karton met een productiecapaciteit van meer dan 20 ton per dag. |
Productie van roet waarbij organische stoffen zoals olie, teer en kraak- en destillatieresiduen worden verkoold, waarbij verbrandingseenheden met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 20 MW worden gebruikt. |
Productie van salpeterzuur (ook distikstofoxide). |
Productie van adipinezuur (ook distikstofoxide). |
Productie van glyoxal en glyoxylzuur (ook distikstofoxide). |
Productie van ammoniak. |
Productie van organische bulkchemicaliën door kraken, reforming, gedeeltelijke of volledige oxidatie of vergelijkbare processen, met een productiecapaciteit van meer dan 100 ton per dag. |
Productie van waterstof (H2) en synthesegas door reforming of gedeeltelijke oxidatie met een productiecapaciteit van meer dan 25 ton per dag. |
Productie van natriumcarbonaat (Na2CO3) en natriumbicarbonaat (NaHCO3). |
Afvangen van broeikasgassen van installaties die onder deze richtlijn vallen met het oog op ver voer en geologische opslag op een opslaglocatie waarvoor krachtens Richtlijn 2009/31/EG een vergunning is verleend. |
Vervoer van broeikasgassen via pijpleidingen met het oog op geologische opslag op een op slaglocatie waarvoor krachtens Richtlijn 2009/ 31/EG een vergunning is verleend. |
Geologische opslag van broeikasgassen op een opslaglocatie waarvoor krachtens Richtlijn 2009/ 31/EG een vergunning is verleend. |