Uitvoeringstoets Besluit RED III
Op 6 november 2024 ontving het Bestuur van de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) het verzoek om een toets uit te voeren op de handhaafbaarheid, uitvoerbaarheid en fraudebestendigheid van wijzigingen in het Besluit energie vervoer. ter implementatie van Richtlijn (EU) 2023/2413 van het Europese Parlement en de Raad van 18 oktober 2023 tot wijziging van Richtlijn (EU) 2018/2001, verordening (EU) 2018/1999 en Richtlijn 98/70/EG wat de bevordering van energie uit hernieuwbare bronnen betreft, en tot intrekking van Richtlijn (EU) 2015/652 van de Raad (RED-III).
Ter implementatie van Richtlijn (EU) 2023/2413 van het Europese Parlement en de Raad van 18 oktober 2023 tot wijziging van Richtlijn (EU) 2018/2001, verordening (EU) 2018/1999 en Richtlijn 98/70/EG wat de bevordering van energie uit hernieuwbare bronnen betreft, en tot intrekking van Richtlijn (EU) 2015/652 van de Raad (RED-III). |
De NEa constateert dat sinds de uitvoeringstoets van 1 november 2023 op de aangekondigde wetswijziging (kenmerk NEA-2023/14324) de complexiteit toegenomen is, onder andere door nog meer soorten eenheden die bedrijven kunnen inzetten, zoals Emissiereductie-eenheden (ERE's) elektriciteit en Raffinagereductie-eenheden (hierna: RaRe's). Het Bestuur heeft hier zorgen over en benadrukt dat te hoge complexiteit schadelijk is voor de uitlegbaarheid van het systeem en daarmee voor de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid.
Daarnaast wil de NEa nogmaals de noodzaak benadrukken van de harmonisatie tussen de ERE- systematiek en ETS2. In september dit jaar lag de aangepaste Regeling handel in emissierechten ter inzage. Uit de toelichting is af te leiden dat ABC-leveringen niet in aanmerking komen voor het registreren van een 0-emissie in ETS2, door de fysieke monitoringseisen uit ETS2.
Hierbij geldt dat er wel een inspanning verricht wordt in de ERE- systematiek, maar die niet verwaard kan worden in ETS2. Dit betreft naar schatting ongeveer de helft van de leveringen in de sector land. Dit is slecht uitlegbaar, zorgt voor onnodig hoge nalevingskosten en leidt daarmee naar verwachting ook tot prijsverhogingen aan de pomp.Hierbij geldt dat de positie van grote en kleine partijen in deze kwestie kan verschillen, wat een gelijk speelveld belemmert.
De NEa hernieuwt daarom de oproep aan lenW en KGG uit de uitvoeringstoetsen bij de Regeling handel in emissierechten om nader onderzoek te doen naar de effecten van de fysieke benadering van de monitoringseisen op de (bio)brandstoffenmarkt en te komen met een oplossing voor dit probleem.
We zien daarnaast nog onduidelijkheden en inconsistenties in de tekst van het Besluit staan. We hebben die ook hieronder benoemd. Met inachtneming van deze en alle andere bovenstaande punten waarvan de NEa met klem adviseert deze aan te passen, concludeert de NEa dat het Besluit uitvoerbaar, handhaafbaar en fraudebestendig is.