Wanneer een installatie niet meer onder het EU ETS valt, moet de vergunning worden ingetrokken. Bent u van mening dat uw installatie niet langer onder het EU ETS valt? Dan kunt u bij de NEa een gemotiveerd verzoek indienen tot intrekken van de vergunning. Op deze pagina leest u hoe u dit kunt doen.
Bijvoorbeeld:
De in de emissievergunning genoemde activiteit uit Annex I van de Europese richtlijn voor emissiehandel wordt niet meer uitgevoerd. Dit is in ieder geval van toepassing als de installatie in zijn geheel niet meer in bedrijf is, maar het kan ook gaan om een daling in de productiecapaciteit. Een voorbeeld hiervan is een papierfabriek die een productielijn fysiek verwijdert, waardoor de productiecapaciteit daalt naar minder dan 20 ton per dag. De installatie is nog wel in bedrijf, maar voldoet niet langer aan de drempelwaarde van een productiecapaciteit van meer dan 20 ton per dag.
Als de emissievergunning is verleend op grond van het totaal thermisch ingangsvermogen, kunnen aanpassingen aan de installatie tot gevolg hebben dat de installatie niet langer aan dit criterium voldoet. Bijvoorbeeld:
Voorheen bestond de installatie uit drie stoomketels met elk een thermisch ingangsvermogen van 8 MW. Een van de ketels is recent vervangen door een andere ketel waarvan het thermisch ingangsvermogen is weergegeven op het identificatieplaatje: 3 MW. Het totale thermisch ingangsvermogen komt hierdoor op 19 MW.
Voorheen bestond de installatie uit vier WKK’s van 6 MW. Twee van deze WKK’s zijn vervangen door WKK’s van 2,7 MW. Omdat verbrandingseenheden kleiner dan 3 MW niet meetellen voor het totaal thermisch ingangsvermogen, is het totaal thermisch ingangsvermogen nu 12 MW.
Voorheen bestond de installatie uit drie drogers met elk een thermisch ingangsvermogen van 9 MW. Een van de drogers werd al enige tijd niet gebruikt, en is recent verwijderd en afgevoerd. Het totale thermisch ingangsvermogen komt hierdoor op 18 MW.
Voorheen bestond de installatie uit een stoomketel van 16 MW en een stoomketel van 7 MW. Van de kleinste ketel is de brandstoftoevoerleiding en de brander verwijderd. Onder deze voorwaarden beschouwt de NEa de ketel als “verwijderd”. Het totale thermisch ingangsvermogen komt hierdoor op 16 MW.
De installatie bestaat uit twee stoomketels met een thermisch ingangsvermogen van 10 en 12 MW. Voor de bedrijfsvoering is altijd maar één stoomketel nodig. Er is een technische restrictie aangebracht die ervoor zorgt dat beide ketels niet tegelijkertijd in werking kunnen zijn. De ketels zijn dus elkaars reserve-eenheid. De restrictie voldoet aan alle voorwaarden. Op basis hiervan is het totale thermisch ingangsvermogen minder dan 20 MW geworden.
Sommige aanpassingen leiden weliswaar tot een structureel lager brandstofgebruik, maar hebben geen gevolgen voor het totale thermische ingangsvermogen. Bijvoorbeeld:
In de besturingssoftware van een verbrandingseenheid wordt een maximale aardgastoevoer ingesteld
De maximale brandstoftoevoer wordt fysiek beperkt.
Een of meer verbrandingseenheden worden structureel niet gebruikt. (Een uitzondering is wanneer van een stoomketel de brandstoftoevoerleiding en de brander wordt verwijderd, zie bovenstaand voorbeeld)
Contractuele beperking van het brandstofverbruik.
Een verbrandingseenheid op gedeeltelijke capaciteit laten draaien.
Verzoek tot intrekking vergunning
Het verzoek tot intrekking doet u via het Emissiehandelsportaal (EHP). U logt hiervoor in als contactpersoon van de installatie waar het verzoek voor geldt. Kies vervolgens onder het tabblad “Mijn zaken”, in de linkerkolom onder “Deelname” voor “Vergunning intrekken”. U kunt hier aangeven per welke datum volgens u de emissievergunning moet worden ingetrokken. Daarnaast kunt u het intrekkingsverzoek en eventuele bewijsstukken uploaden. Voor het intrekkingsverzoek kunt u gebruikmaken van de standaardbrief.
Elk verzoek tot intrekking wordt door de NEa getoetst voordat de vergunning wordt ingetrokken. De NEa heeft een termijn van 4 maanden voor een inhoudelijke beoordeling en het doorlopen van de wettelijke procedures. Hoe lang de inhoudelijke beoordeling precies duurt, hangt sterk af van de kwaliteit en complexiteit van het verzoek. De procedure kan dus langer duren dan 4 maanden.
De vergunning wordt ingetrokken per de datum waarop de installatie niet meer voldeed aan de deelnamecriteria, tenzij de jaarafsluiting voor het jaar waarin die datum valt, al is afgerond. Over de periode tot aan de datum per wanneer de vergunning is ingetrokken moet het bedrijf nog wel voldoen aan de verplichtingen van het EU ETS, zoals het indienen van een emissieverslag en het inleveren van emissierechten voor de gerapporteerde uitstoot.
Als er gratis emissierechten aan het bedrijf zijn toegewezen, vervalt die toewijzing met ingang van het jaar dat volgt op de intrekking. De toewijzing voor het jaar van intrekking blijft dus in beginsel ongewijzigd en wordt niet gekort.
Uitzondering reserve-, achtervang-, of parallelle eenheden
Er is een uitzondering mogelijk waardoor reserve-, achtervang- of parallelle eenheden niet worden meegerekend bij het vaststellen van het thermisch ingangsvermogen van uw installatie. U kunt op hier meer informatie vinden over deze uitzondering.
Als uw installatie in aanmerking komt voor deze uitzondering kunt u hiervan melding maken bij de NEa. Als de NEa de technische restrictie goedkeurt ontvangt u hierover een besluit en wordt direct uw emissievergunning ingetrokken door de NEa.