Er staan diverse soorten HBE op mijn rekening, op welke manier bepaalt het REV of aan de jaarverplichting wordt voldaan?

Het REV schrijft op 1 mei de HBE’s in een vaste volgorde af, totdat een bedrijf daarmee aan de jaarverplichting voldoet:

  1. Het benodigde aantal HBE-G voor de ‘subdoelstelling geavanceerd’,
  2. Het beschikbare aantal HBE-C tot aan de ‘limiet conventioneel’,
  3. Het beschikbare aantal HBE-B tot aan de ‘limiet HBE-B’
  4. Het beschikbare aantal HBE-O,
  5. Het beschikbare aantal HBE-G,
  6. Indien nodig, een aanvullend aantal HBE-C of HBE-B, voor zover de limieten nog niet zijn overschreden (dit kan leiden tot een negatief saldo van deze HBE-soorten)
  7. Indien nodig, een aanvullend aantal HBE-O (dit kan leiden tot een negatief saldo HBE-O).
Voorbeeldberekening situatie 2021
  • U heeft een totale jaarverplichting in 2021 van 200.000 HBE’s (17,9%), waarvan minimaal 20.112 HBE-G (1,8%) moet zijn en er maximaal 15.642 HBE-C (1,4%) en 111.732 HBE-B (10%) mag zijn.
  • U heeft een saldo van 220.000 HBE’s op uw rekening, waarvan 21.000 HBE-G, 16.000 HBE-C,  112.000 HBE-B en 71.000 HBE-O.

Dan wordt de jaarverplichting als volgt ingevuld:

  • Eerst de 20.112 HBE-G (resteert een overschot van 888 HBE-G)
  • Vervolgens 15.642 HBE-C (resteert een overschot van 358 HBE-C)
  • Dan de 111.732 HBE-B (resteert een overschot van 268 HBE-B)
  • Er is dan nog 200.000 minus 20.112 minus 15.642 minus 111.732 = 52.514 HBE nodig.
  • Deze kan, en wordt, ingevuld met HBE-O (resteert een overschot van 18.486 HBE-O)

Het overschot van 20.000 HBE (bestaande uit 888 HBE-G, 358 HBE-C, 268 HBE-B en 18.486 HBE-O) kunt u  tot de spaarlimiet meenemen naar het volgende kalenderjaar.