Hier leest u meer over het hoe en waarom van CBAM, welke goederen onder CBAM vallen en wat de regels zijn rond het CBAM-rapport.

Het CBAM is een EU-verordening voor de correctie aan de grens van de CO2-uitstoot die is vrijgekomen bij de productie van zes productcategorieën (ijzer en staal, cement, meststoffen, aluminium, elektriciteit en waterstof) buiten de EU. Het CBAM moet voorkomen dat er ‘koolstoflekkage’ plaatsvindt, ofwel het verplaatsen van productie binnen de EU naar landen waar bedrijven niet hoeven te betalen voor hun CO2-uitstoot. Dat is nodig omdat veel Europese bedrijven te maken hebben met strenge regels over hun CO2-uitstoot, en/of moeten betalen voor hun CO2-uitstoot.
Deze koolstoflekkage is slecht voor de Europese economie, maar ook slecht voor het klimaat omdat er dan per saldo wereldwijd meer CO2 wordt uitgestoten. Het CBAM moet dus zorgen voor een gelijk speelveld tussen bedrijven binnen en buiten de EU.
Overgangsperiode
Van oktober 2023 tot en met december 2025 geldt voor het CBAM een overgangsperiode. In deze periode moeten importeurs of hun vertegenwoordiger elk kwartaal rapporteren hoeveel CO2 er is uitgestoten bij de productie van de geïmporteerde CBAM-goederen. Verder gelden er nog geen verplichtingen.
Importeurs die jaarlijks minder dan 50 ton (gewicht) aan CBAM-goederen hebben geïmporteerd hoeven geen rapport in te dienen. Voor importeurs die jaarlijks meer dan 50 ton (gewicht) aan CBAM-goederen importeren, blijft het indienen van een kwartaalrapport verplicht. De NEa gaat alleen over tot handhaving als de importeur herhaaldelijk geen kwartaalrapporten heeft ingediend en niet reageert op informatieverzoeken. Hiermee sluit de NEa aan bij het wetsvoorstel van de Europese Commissie tot vereenvoudiging van CBAM met ingang van 2026. Voor meer informatie over toezicht en handhaving verwijzen wij naar onze pagina over Toezicht en handhaving.
Vanaf 2026 moeten importeurs of hun vertegenwoordiger vooraf een toelating aanvragen om CBAM-goederen in te voeren en gaan zij een prijs betalen voor de CO2 die is uitgestoten bij de productie van deze CBAM-goederen.
Het CBAM geldt voor de import van goederen in de categorieën:
- ijzer en staal
- cement
- meststoffen
- aluminium
- elektriciteit
- waterstof
Het CBAM is van toepassing als deze goederen worden ingevoerd in het douanegebied van de Europese Unie. Of een goed onder het CBAM valt, hangt af van de GN-code, het land van niet-preferentiële oorsprong en de intrinsieke waarde van de CBAM-goederen. Voor de GN-code en het land van oorsprong is de douaneaangifte en de douanewetgeving daarover bepalend.
Als het land van oorsprong buiten de EU ligt is CBAM meestal van toepassing voor de genoemde goederen. De lijst met specifieke producten en goederen, inclusief de GN-codes, kunt u hier vinden.
CBAM is uitsluitend van toepassing op goederen met deze GN-codes. Goederen met een GN-code die niet op de lijst staat, vallen niet onder CBAM, ook niet als er bijvoorbeeld wel ijzer of staal is verwerkt in deze goederen. Voor meer informatie over de uitzonderingen, zie het kopje ‘Welke goederen zijn uitgezonderd van CBAM?' hieronder.
De importeur of de indirecte vertegenwoordiger die deze ‘CBAM-goederen’ met een waarde boven de € 150,- per zending importeert naar de Europese Unie, is vanaf oktober 2023 verplicht om per kwartaal te rapporteren hoeveel CO2 er is uitgestoten bij de productie van die goederen. Deze rapportage vindt plaats in het digitale CBAM-register van de Europese Commissie.
Belangrijk: de Europese Commissie heeft in februari 2025 een wetsvoorstel gepubliceerd met een vereenvoudiging van CBAM. Volgens het voorstel zullen importeurs die minder dan 50 ton aan CBAM-goederen per jaar importeren worden vrijgesteld van CBAM-verplichtingen. De NEa gaat in de uitvoering aansluiten bij dit wetsvoorstel. U hoeft dus geen CBAM-rapport in te dienen wanneer u dit jaar nog minder dan 50 ton aan CBAM-goederen heeft geïmporteerd.
Twijfelt u?
Als u twijfelt onder welke GN-code(s) uw goederen vallen, kunt u het tariefsysteem van de Douane raadplegen. Of contact opnemen met de Nationale Helpdesk Douane.
Als u CBAM-goederen invoert, krijgt u bij de aangifte een signaal van de Douane. U wordt daarmee op de hoogte gebracht van de rapportageverplichting voor deze goederen.
CBAM is alleen van toepassing op goederen met niet-preferentiële oorsprong in een land buiten het douanegebied van de Europese Unie die in het vrije verkeer van de unie worden gebracht. Daarmee geldt CBAM dus niet voor goederen die geheel in de EU zijn geproduceerd.
Ook zijn goederen uitgezonderd van CBAM als de niet-preferentiële oorsprong ligt in de landen IJsland, Liechtenstein, Noorwegen of Zwitserland of in de gebieden Büsingen, Helgoland, Livigno, Ceuta en Melilla.
Daarnaast is CBAM niet van toepassing als de intrinsieke waarde van de CBAM-goederen per zending €150 of minder is. De uitzondering voor CBAM op basis van de intrinsieke waarde van de goederen houdt in dat de totale intrinsieke waarde van alle CBAM-goederen in een zending niet meer mag zijn dan €150. Dit gaat dus over de som van de waardes van alle CBAM-goederen in de zending. De waarde van eventuele niet-CBAM-goederen in de zending is hierbij niet belangrijk.
Belangrijk: de Europese Commissie heeft in februari 2025 een wetsvoorstel gepubliceerd met een vereenvoudiging van CBAM. Volgens het voorstel zullen importeurs die minder dan 50 ton aan CBAM-goederen per jaar importeren worden vrijgesteld van CBAM-verplichtingen. De NEa gaat in de uitvoering aansluiten bij dit wetsvoorstel. U hoeft dus geen CBAM-rapport in te dienen wanneer u dit jaar nog minder dan 50 ton aan CBAM-goederen heeft geïmporteerd.
Goederen die onder de regeling actieve veredeling zijn geplaatst en vervolgens als dezelfde goederen of als veredelingsproducten in het vrije verkeer worden gebracht, vallen onder CBAM. Veredelingsproducten die voortkomen uit regeling passieve veredeling vallen niet onder de rapportageverplichting.
Als uw goederen zijn uitgezonderd, hoeft u over die goederen dus niet te rapporteren. Het is ook niet nodig om ‘nul’ te rapporteren. Als u andere goederen importeert die niet zijn uitgezonderd, dan dient u over deze andere goederen wel een CBAM-rapport in.
De CBAM-aangever is degene die het CBAM-rapport moet indienen. In principe is dit de importeur van CBAM-goederen in de EU. De CBAM-aangever is verantwoordelijk en kan er dus op worden aangesproken als er iets ontbreekt of niet klopt en kan dan worden gevraagd om dit te herstellen.
Als u gebruikmaakt van indirecte vertegenwoordiging voor uw invoeraangifte kan het zijn dat uw indirect vertegenwoordiger ook optreedt als de CBAM-aangever. Dat kan in de volgende gevallen:
- Als u gevestigd bent in Nederland en uw indirecte douanevertegenwoordiger ermee instemt, kan deze optreden als CBAM-aangever voor de CBAM-goederen in de betreffende douaneaangiften. Als uw indirecte douanevertegenwoordiger hier niet mee instemt, dan bent u zelf de CBAM-aangever
- Als u buiten de Europese Unie bent gevestigd, dan is uw indirecte vertegenwoordiger altijd de CBAM-aangever
Doet u als importeur uw eigen douaneaangiften, of maakt u gebruik van directe vertegenwoordiging? Dan bent u altijd zelf de CBAM-aangever.
Om u te helpen, heeft de NEa dit stroomschema opgesteld waarmee u kunt bepalen of u een CBAM-rapport moet indienen. Let op, dit stroomschema houdt nog geen rekening met het wetsvoorstel van de Europese Commissie van februari 2025. Volgens het voorstel zullen importeurs die minder dan 50 ton aan CBAM-goederen per jaar importeren worden vrijgesteld van CBAM-verplichtingen. De NEa gaat in de uitvoering aansluiten bij dit wetsvoorstel. U hoeft dus geen CBAM-rapport in te dienen wanneer u dit jaar nog minder dan 50 ton aan CBAM-goederen heeft geïmporteerd.
Nee, als u in een kwartaal geen CBAM-goederen heeft geïmporteerd, dan hoeft u geen CBAM-rapport in te dienen.
De Europese Commissie heeft eind februari 2025 een voorstel gepubliceerd om een aantal vereenvoudigingen door te voeren in CBAM. Volgens dit wetsvoorstel zal de emissiemonitoring worden vereenvoudigd, onder andere door het gebruik van standaardwaarden altijd toe te staan. De NEa gaat in de uitvoering aansluiten bij dit wetsvoorstel.
Bij het opstellen van een CBAM-rapport kunt u kiezen: of u vult de werkelijke ingebedde emissies in (die u heeft opgevraagd bij de producent), of u vult standaardwaarden in. Een keuze voor standaardwaarden hoeft u niet te onderbouwen. De NEa beschouwt rapporten met standaardwaarden niet meer als onvolledig.
Een CBAM-rapport dient u in via een digitaal register van de Europese Commissie. Om een CBAM-rapport te kunnen indienen, moet u weten welke emissies u moet opgeven en hoe het CBAM-register werkt. Hierover leest u meer op deze pagina.
Particulieren kunnen geen EORI-nummer en eHerkenning krijgen en voor hen is het dus niet mogelijk om een CBAM-rapport in te dienen. Zolang dit het geval is, zal de NEa niet handhavend optreden als u geen CBAM-rapport indient. Als hier iets in verandert, leest u dat op onze website.
Als een CBAM-aangever ten onrechte geen CBAM-rapport heeft ingediend, kan de NEa overgaan tot handhaving.
De NEa hanteert daarbij de lijn dat importeurs die jaarlijks minder dan 50 ton (gewicht) aan CBAM-goederen importeren, geen rapport meer hoeven in te dienen. Bij importeurs die jaarlijks meer dan 50 ton (gewicht) aan CBAM-goederen importeren, gaat de NEa alleen over tot handhaving als de importeur geen kwartaalrapporten heeft ingediend en niet reageert op informatieverzoeken of een waarschuwing. Hiermee sluit de NEa aan bij het wetsvoorstel van de Europese Commissie tot vereenvoudiging van CBAM met ingang van 2026.
Op basis van dit voorstel beschouwt de NEa CBAM-rapporten waarin zonder motivering gebruik is gemaakt van standaardwaarden niet meer als onvolledig. CBAM-aangevers kunnen dus zonder verdere motivering gebruikmaken van de standaardwaarden, of aangeven dat werkelijke emissiegegevens niet beschikbaar zijn.
Als de NEa besluit om over te gaan tot handhaving, geeft de NEa eerst een waarschuwing aan de CBAM-aangever. Mocht de CBAM-aangever na deze waarschuwing nog geen CBAM-rapport(en) indienen, dan zal de NEa een correctieprocedure starten. Bij de start van een correctieprocedure ontvangt de CBAM-aangever een besluit waarin deze een termijn krijgt van 30 dagen om alsnog een CBAM-rapport in te dienen. Voldoet de CBAM-aangever hier niet aan, dan legt de NEa een boete op. De hoogte van deze boete ligt tussen de € 10,- en € 50,- per ton CO2 die niet is gerapporteerd.
Vanaf 1 januari 2026 is de verwachting dat iedereen die meer dan 50 ton aan CBAM-goederen invoert in de Europese Unie de volgende verplichtingen heeft:
- Vooraf een toelating aanvragen
- Elk jaar een geverifieerde aangifte doen met opgave van de CO2-uitstoot bij de productie van de geïmporteerde CBAM-goederen. In plaats van de werkelijke emissies, zal ook het gebruik van (zeer ongunstige) standaardwaarden mogelijk zijn
- Elk jaar betalen voor de CO2-uitstoot met CBAM-certificaten
Tot 1 januari 2026 geldt een overgangsperiode voor CBAM. De wetgeving voor de overgangsperiode bevat nu al de verplichting om per kwartaal te rapporteren over de CO2-uitstoot.
Maar de Europese Commissie heeft in februari 2025 een wetsvoorstel gepubliceerd met een vereenvoudiging van CBAM. Volgens dit voorstel zullen importeurs die minder dan 50 ton aan CBAM-goederen per jaar importeren met ingang van 2026 vrijgesteld worden van CBAM-verplichtingen. De NEa gaat in de uitvoering nu al aansluiten bij dit wetsvoorstel.
U hoeft dus geen CBAM-rapport in te dienen wanneer u dit jaar minder dan 50 ton aan CBAM-goederen heeft geïmporteerd.
Als u dit jaar meer dan 50 ton aan CBAM-goederen importeert, moet u wel per kwartaal rapporteren. U kunt daarbij zonder verdere motivering gebruik maken van de standaardwaarden of aangeven dat werkelijke emissiegegevens niet beschikbaar zijn.