Vanaf de 4e handelsperiode (2021-2030) beweegt het toewijzen van het aantal gratis emissierechten mee met de productieactiviteiten van de installaties. De toewijzing gebeurt dan meer volgens de werkelijkheid. Daarvoor moet elk EU ETS-bedrijf dat gratis emissierechten ontvangt naast het monitoringsplan (MP) ook een monitoringsmethodologieplan (MMP) hebben. Het MMP beschrijft de methode voor het monitoren van de gegevens waarover de bedrijven met ingang van 2021 jaarlijks moeten rapporteren. Deze rapportage heet het activiteitsverslag. Net als het emissieverslag heeft het activiteitsverslag betrekking op het voorgaande kalenderjaar.
De toewijzing is gebaseerd op historische emissies en kan jaarlijks worden gewijzigd op basis van het activiteitsverslag. Als blijkt dat de toewijzing wordt aangepast, volgt zo snel mogelijk een nieuw besluit. Omdat de rechten al in februari worden gestort, kan dat betekenen dat rechten achteraf worden bijgestort of teruggevraagd.
Van 2021 tot aan 2025 wordt het activiteitsverslag elk jaar aangevuld met de gegevens van het nieuwe jaar. Al deze verzamelde gegevens vormen daarna de basis voor het aanvragen van gratis emissierechten voor de periode 2026-2030.
Installaties die voor 2021-2025 zijn uitgezonderd van het EU ETS vanwege geringe jaarlijkse emissies ('opt out') hoeven geen activiteitsverslagen in te dienen.
Opstellen, indienen en toewijzing
Voor het opstellen van het activiteitsverslag zijn 2 basisdocumenten nodig:
Een goedgekeurd monitoringsmethodologieplan (MMP) waarin de methodiek is vastgelegd hoe de te rapporteren gegevens bepaald worden.
Bedrijven zijn zelf verantwoordelijk voor het gebruik van het juiste, door de NEa goedgekeurde MMP.
Het activiteitsverslag met daarin geïmporteerde gegevens over de NIMS 2014-2018 en rapportage latere jaren. De NEa stelt dit document beschikbaar in het EHP.
Het format voor het activiteitsverslag vindt u in het EHP en bevat uw gerapporteerde gegevens over eerdere jaren. Het format vraagt om gegevens over onder meer:
activiteiten per subinstallatie (productie, warmte, brandstof en procesemissies)
emissies per subinstallatie
aanvullende gegevens voor controles op plausibiliteit
Het activiteitsverslag is nodig om de toewijzing aan te passen bij wijzigingen in de productie (activiteiten). Het format voor het activiteitsverslag rekent uit wat het gevolg is van de gegevens die u rapporteert. Het gemiddelde van jaar t-1 en jaar t-2 bepaalt of de toewijzing voor jaar t wordt aangepast.
Vóór indiening kunt u de uitgerekende toewijzing inzien, zodat u weet of en hoe de toewijzing zal worden gewijzigd. Meer informatie hierover leest u in Guidance 7 van de Europese Commissie.
Wilt u gratis emissierechten aanvragen voor een nieuwe subinstallatie? Zorg dan eerst dat de NEa uw aangepaste MMP goedkeurt en neem daarna de gegevens van de nieuwe subinstallatie op in het activiteitsverslag. Meer informatie over het aanvragen van gratis emissierechten voor een nieuwe subinstallatie leest u hier.
Het activiteitsverslag moet worden geverifieerd door een verificatiebureau. Dit bureau moet geaccrediteerd zijn voor het verifiëren van toewijzingsgegevens. De verificateur van het activiteitsverslag mag een andere zijn dan de verificateur van het emissieverslag. Verificatiebureau's krijgen het format ook toegestuurd. Het format ishier te vinden.
De regels rondom virtuele verificatie leest u hier.
Het indienen van het activiteitsverslag doet u via het EHP. Het proces van indienen is vergelijkbaar met het proces voor het emissieverslag. Vanaf het moment dat het format definitief is, kunt u het activiteitsverslag indienen.
De gegevens uit het activiteitverslag worden gebruikt voor het bepalen van het aantal dispensatierechten en de emissies die onder de heffing vallen. Meer informatie hierover kunt u vinden op deze pagina.
Omdat het activiteitsverslag omvangrijk en complex is, vraagt het opstellen vaak een aanzienlijke inspanning van bedrijven. De NEa adviseert dan ook om hier op tijd mee te beginnen en ook tijdig afspraken te maken voor verificatie. Tijdens de informatiebijeenkomst in januari over de jaarafsluiting wordt u over dit onderwerp verder geïnformeerd.